Hoe komt het van ovulatie tot bevruchting?

Wat is bemesting?

De bevruchting van de eicel van een vrouw door sperma van een man vereist veel basisvoorwaarden waaraan moet worden voldaan voor het bevruchtingsproces, maar het is ook verdeeld in verschillende afzonderlijke stappen. Om deze reden is de menselijke voortplanting zeer complex en daarom zeer gevoelig voor verstoring. Niet alleen een goede rijping van zowel eicellen als sperma is essentieel voor de bevruchting, maar ook de tijd van onbeschermde geslachtsgemeenschap en de anatomische toestand van zowel vrouwelijke als mannelijke voortplantingsorganen spelen een doorslaggevende rol bij eicelbevruchting.

Procedure van bevruchting

De menstruatiecyclus bij vrouwen is onderhevig aan een relatief lange tijdspanne en kan normaal gesproken tussen de 25 en 35 dagen duren. In het volgende wordt de frequente cyclus van 28 dagen als voorbeeld gebruikt. In de eerste veertien dagen van de cyclus, te rekenen vanaf de eerste dag van de menstruatie, rijpen de eierstokfollikels onder hormonale controle.

Als gevolg hiervan worden individuele eicellen groter, hoewel meestal slechts één dominante eicel klaar is om te springen, dankzij een selectiemechanisme. Rond de veertiende dag ovulatie treedt op. Hierdoor barst de dominante follikel en wordt de eicel voor een korte tijd uit de eierstok in de vrije buikholte losgelaten.

Van daaruit bereikt het ei de eileider, de meest voorkomende plaats van eicelbevruchting, via de fimbriale trechter in de directe omgeving. In de loop van sperma productie, de zogenaamde spermatogenese, de man produceert volwassen sperma in verschillende individuele stappen. Dit proces, dat ongeveer 65 dagen duurt, resulteert normaal gesproken in de aanmaak van gezond en beweeglijk sperma.

Tot 600 miljoen sperma bereiken het vrouwelijk lichaam via het sperma dat tijdens geslachtsgemeenschap tijdens de seksuele climax van de man in de vagina van de vrouw vrijkomt. Via de vagina stijgt het sperma in de baarmoeder, vanwaar ze de eileider binnenkomen. De overgrote meerderheid van het sperma sterft onderweg, de rest ondergaat een ander rijpingsproces dat essentieel is voor de bevruchting.

Enerzijds wordt de spermawand dunner en anderzijds wordt de beweeglijkheid van het sperma vergroot. Beide vergemakkelijken de penetratie van het ei celmembraan. In de eileider dringt het sperma vervolgens de eicel binnen.

Dit proces is maar kort mogelijk, want daarna ovulatiekan de eicel maximaal 24 uur worden bevrucht. Vervolgens, tijdens de zogenaamde conjugatie, versmelten de celkernen en dus de chromosoomsets van het sperma en de eicel. De zygote wordt gemaakt, een cel die in staat is tot ontwikkeling en deling, die vervolgens migreert naar de baarmoeder via tal van delingsprocessen om zich daar te implanteren.