Magnetische resonantiebeeldvorming (MRI): redenen en procedure

Wat is magnetische resonantiebeeldvorming?

Wat is een MRI? Veel patiënten stellen deze vraag wanneer de arts een dergelijk onderzoek beveelt. De afkorting MRI staat voor magnetische resonantie beeldvorming, ook bekend als magnetische resonantietomografie (MRI) of, in de volksmond, nucleaire spin. Het is een veelgebruikte beeldvormingsprocedure die wordt gebruikt om nauwkeurige dwarsdoorsnedebeelden van het lichaam met hoge resolutie te maken. De arts kan deze beelden gebruiken om orgaanstructuren en -functies te beoordelen. Als het hele lichaam wordt onderzocht met behulp van magnetische resonantiebeeldvorming, wordt dit een MRI van het hele lichaam genoemd. Er kunnen echter ook alleen individuele delen van het lichaam of organen worden onderzocht. Voorbeelden

  • MRI van de dunne darm (Sellink, hydro-MRI)
  • Abdominale MRI (buik)
  • Kransslagaders (cardiale MRI, soms ook onder stress als stress-MRI)
  • Craniale (craniale) MRI (cMRI)
  • Gewrichten (bijvoorbeeld MRI-schouder- of kniegewricht)

Nadere informatie: MRI – Hoofd

Nadere informatie: MRI – Knie

Welke ziektebeelden en letsels in het kniegewricht met behulp van magnetische resonantie beeldvorming kunnen worden gedetecteerd, leest u in het artikel MRI: Knie.

Nadere informatie: MRI – CERVICALE WERVELKEL

Hoe een MRI van de cervicale wervelkolom werkt en wanneer deze wordt uitgevoerd, leest u in het artikel MRI: Cervicale wervelkolom.

MRI: hoe het werkt en fysieke principes

MRI maakt gebruik van het feit dat atoomkernen om hun eigen as draaien. Deze rotatie wordt kernspin genoemd en genereert een klein magnetisch veld rond elke kern. De waterstofatomen die door het hele menselijk lichaam worden aangetroffen, vertonen ook deze nucleaire spin. Normaal gesproken wijzen hun rotatieassen in verschillende richtingen. Dit verandert echter tijdens magnetische resonantiebeeldvorming:

MRI-sequenties

Radiologen noemen de elektromagnetische pulsen die door het MRI-apparaat worden uitgezonden sequenties. De verschillende sequenties geven weefsel anders weer. Vaak gebruikte sequenties bij magnetische resonantiebeeldvorming zijn bijvoorbeeld

  • Spin-echoreeks (SE)
  • Gradiënt-echoreeks (GRE) (voor verkalkingen of bloedingen)
  • Vloeibaar verzwakt inversieherstel (FLAIR-MRI voor ontstekingsziekten zoals multiple sclerose)
  • Spin-echo vetverzadiging (SE fs)

MRI: T1/T2-weging

Zoals beschreven wordt de terugkeer van de atomen naar hun oorspronkelijke positie relaxatie genoemd. Hiermee berekent de computer de doorsnedebeelden. Afhankelijk of het gebaseerd is op de longitudinale of transversale oriëntatie van de atomen, wordt dit T1- of T2-weging genoemd. Bij T1-weging lijkt vetweefsel lichter dan de omgeving, terwijl bij T2-weging vloeistoffen worden weergegeven.

Magnetische resonantiebeeldvorming met contrastmiddel

Nadere informatie: MRI – Contrastmedia

Alles wat u moet weten over het gebruik van contrastmiddelen bij MRI leest u in het artikel MRI-contrastmiddelen.

Verschil: CT – MRI

Een belangrijk verschil (MRI/CT) betreft de blootstelling aan straling: Computertomografie (CT) werkt met röntgenstraling, wat blootstelling aan straling voor de patiënt betekent. Magnetische resonantiebeeldvorming daarentegen maakt gebruik van magnetische velden en radiogolven, waardoor de patiënt niet aan straling wordt blootgesteld.

Het nadeel van MRI is dat het langer duurt: het onderzoek duurt tussen de 30 en 45 minuten. Computertomografie daarentegen is met een gemiddelde duur van 10 minuten aanzienlijk sneller en is daarom ook de voorkeursmethode in noodgevallen waarbij de arts zo snel mogelijk een dwarsdoorsnede van het lichaam nodig heeft. De beslissing of een patiënt meer baat heeft bij MRI of CT moet daarom altijd door de arts worden genomen, afhankelijk van de vermoedelijke diagnose.

In tegenstelling tot CT, dat bijzonder goed is in het in beeld brengen van structuren met een laag watergehalte, zoals botten, is magnetische resonantie beeldvorming de voorkeursmethode wanneer zacht weefsel nauwkeuriger moet worden onderzocht. Het wordt daarom vaak gebruikt in de kankerdiagnostiek, bijvoorbeeld om de progressie van een tumor te beoordelen of om uitzaaiingen op te sporen. Ook in de volgende gevallen bestelt de behandelend arts vaak een MRI:

  • MS (multiple sclerose)
  • Ontstekingsziekten van het bot
  • Ontstekingsziekten van de organen (alvleesklier, galblaas, enz.)
  • Abcessen en fistels
  • Misvormingen en uitsteeksels van de bloedvaten (zoals aneurysma's)
  • Gewrichtsschade (artrose, verwondingen aan pezen, kraakbeen en ligamenten)

Wat wordt er gedaan tijdens een MRI-scan?

De arts zal u vooraf het doel van het onderzoek, de procedure en eventuele MRI-bijwerkingen uitleggen. Ook leest u of u nuchter moet zijn voor het onderzoek (bijvoorbeeld voor een MRI van de dunne darm).

Als u een pacemaker of ander geïmplanteerd apparaat heeft, dient u uw arts hiervan vóór de MRI-scan op de hoogte te stellen. Omdat de magnetische resonantiebeelden de werking van het gevoelige apparaat kunnen verstoren, moet de arts beslissen of u het onderzoek überhaupt kunt ondergaan. Bij twijfel moet hij of zij dit vooraf bij de fabrikant navragen.

Bovendien kunnen metalen delen in het lichaam tijdens een MRI-scan verschuiven of zo heet worden dat er brandwonden kunnen ontstaan. Daarom moet bijzondere aandacht worden besteed aan:

  • Prothesen met metalen onderdelen
  • spijkers, platen of schroeven in het lichaam (bijvoorbeeld ingebracht na botbreuken)
  • anticonceptiespiralen
  • stents
  • Metaalsplinters die in het lichaam achterblijven na ongelukken of schotwonden

Voor het onderzoek gaat u op de mobiele, smalle bank voor het MRI-apparaat liggen. Vervolgens wordt u in de buis geduwd. Tijdens het onderzoek moet u zo stil mogelijk liggen, zodat er scherpe beelden kunnen worden gemaakt. Het kan ook zijn dat u uw adem even moet inhouden. U krijgt de instructie dit via een luidspreker te doen.

Het MRI-onderzoek gaat gepaard met luide kloppende geluiden veroorzaakt door het in- en uitschakelen van de magnetische spoelen. U krijgt daarom vooraf gehoorbescherming of een geluiddichte koptelefoon met muziek.

MRI: claustrofobie in de buis

MRI openen

Voor patiënten die last hebben van claustrofobie is een open MRI een goed alternatief. Ook patiënten met veel overgewicht die vanwege het ruimtegebrek moeilijk in een conventionele MRI-scanner te onderzoeken zijn, hebben baat bij open MRI.

Een ander bijzonder belangrijk voordeel is dat de arts via de open buis te allen tijde toegang heeft tot de patiënt. Hij kan bijvoorbeeld monsters nemen van vermoedelijke kankergezwellen of onder beeldcontrole plaatselijk werkzame medicijnen toedienen.

Niet alle radiologiepraktijken en klinieken beschikken over een open MRI-scanner. Wilt u zich liever in een open systeem laten onderzoeken, bespreek dit dan met uw arts. Zij kunnen wellicht een geschikte praktijk aanbevelen. U kunt ook zelf op internet zoeken welke radiologen open MRI aanbieden.

Magnetische resonantiebeeldvorming: speciale procedures

Voor bepaalde vragen maakt de arts ook gebruik van gecombineerde procedures, bijvoorbeeld PET/MRI, waarbij ook stofwisselingsprocessen in beeld worden gebracht. PET staat voor positronemissietomografie.

Wat zijn de risico’s van een MRI-scan?

Magnetische resonantiebeeldvorming is een zeer veilig, pijnloos diagnostisch hulpmiddel. Alleen zwangere vrouwen in het eerste trimester en patiënten met gevoelige implantaten of metalen delen in het lichaam krijgen alleen een MRI-scan als dit absoluut noodzakelijk is.

Bijwerkingen die kunnen voortvloeien uit het contrastmiddel zijn dat wel

  • gevoel van warmte
  • hoofdpijn
  • Tintelingen of gevoelloosheid
  • Nierfunctiestoornis
  • Intolerantie reacties

Zolang vóór de MRI alle metaalhoudende en magnetiseerbare voorwerpen zijn verwijderd, zijn er van deze kant geen gevaren (zoals brandwonden) te verwachten.

MRI & zwangerschap

Waar moet ik op letten na een MRI-scan?

Als u voor de MRI-scan een kalmerend middel heeft gekregen, mag u minimaal 24 uur niet autorijden. Als de MRI-scan poliklinisch plaatsvindt, kunt u het beste vooraf regelen dat iemand u ophaalt.

De MRI-beelden zijn direct na het onderzoek beschikbaar. De arts moet ze echter eerst beoordelen en een rapport opstellen. Meestal ontvangt u het MRI-rapport dan binnen enkele dagen per post, al moet u het soms zelf ophalen bij de radiologiepraktijk. Tevens ontvangt u een CD waarop de dwarsdoorsnedebeelden zijn opgeslagen. Neem de bevindingen en de MRI-CD mee naar uw volgende afspraak met uw arts.