Genezing | De ziekte van Sudeck

Genezing

De belangrijkste factor bij de behandeling van De ziekte van Sudeck is een vroege en stadium-geschikte multimodale therapie. Voor genezing is de herkenning van dit ziektebeeld in een zo vroeg mogelijk stadium bijzonder belangrijk. De beste kansen op genezing bestaan ​​als er geen zenuwbeschadiging is.

In enkele gevallen is de volledige genezing van deze ziekte succesvol, maar meestal alleen in nauwe samenwerking met gespecialiseerde artsen en teams van experts op dit gebied. Hierbij is het van belang dat de behandelende artsen goed thuis zijn in de therapie van De ziekte van Sudeck en, indien nodig, interdisciplinair werken. Teams van experts bestaan ​​daarom vaak uit orthopedisten, pijn therapeuten, fysiotherapeuten, ergotherapeuten en psychotherapeuten.

Vaak een zekere pijn de symptomatologie houdt aan of de ziekte komt met onregelmatige tussenpozen terug. Voor deze patiënten is het van groot belang om nauwlettend gevolgd te worden door de reeds genoemde teams van experts om hen in staat te stellen tenminste enige controle te hebben over hun klachten. Dit lukt meestal.

Slechts een kleine groep patiënten wordt permanent door deze ziekte getroffen. In de meeste gevallen zijn de pijnlijke symptomen van de pijn blijven lang en de aangedane extremiteit lijdt aan functionele beperkingen. Maar zelfs als de pijn niet volledig te behandelen is, is het belangrijk dat de getroffenen in een vroeg stadium ook psychologische hulp zoeken, aangezien chronische pijn vaak tot verdere psychische symptomen kan leiden. Deze kunnen op hun beurt de symptomen verder verergeren en de getroffen persoon in een vicieuze cirkel brengen. Het is daarom logisch om te beginnen psychotherapie or gedragstherapie in aanvulling op pijntherapie om verdere problemen in een vroeg stadium te kunnen bestrijden of zelfs voorkomen en om bij te dragen aan een betere kwaliteit van leven in het algemeen.

Prognose

88% (Maier C. 1996) symptoomvrij na snelle bevestiging van de diagnose en multimodale therapie (temporele toepassing van verschillende therapievormen). Monotherapieën (enkelvoudige therapie) lieten significant slechtere resultaten zien. 2% recidiefpercentage (recidief na genezing), waarbij in ca.

50% de andere kant kan ook worden aangetast! Spontane remissies (verdwijnen van de ziekte zonder therapie) wanneer de symptomen volledig ontwikkeld zijn, zijn zeldzaam. Een klein percentage is resistent (onvermogen om te behandelen) tegen elke bekende vorm van therapie.