Diagnose van scoliose

Omdat de veranderingen in de wervelkolom in het begin niet gepaard gaan met symptomen, is de diagnose 'scoliose”Is vaak een incidentele bevinding, bijvoorbeeld tijdens een pediatrische controle of bij het nemen van een Röntgenstraal om een ​​andere reden.

Scoliose diagnostiek: lichamelijk onderzoek.

De volgende signalen zijn typische veranderingen die argwaan wekken scoliose on fysiek onderzoek, zelfs als nee pijn of andere scoliose symptomen zijn aanwezig. Tijdens het staan ​​omvat het onderzoek het volgende:

  • Wervelkolom is naar links of rechts gebogen
  • Schouders zijn niet recht - als je aan een lijn denkt, is deze niet evenwijdig aan de vloer
  • De ruimte tussen de taille en de naar beneden hangende armen (tailledriehoeken) is in vergelijking asymmetrisch
  • Het hoofd wordt schuin gehouden

Als u het bovenlichaam naar voren buigt, kunt u zien dat de rug aan beide zijden van de wervelkolom niet dezelfde hoogte heeft:

  • Aan de ene kant is er een verhoging door het verdraaien van de wervels ("ribbult" of in het geval van scoliose op de lumbale wervelkolom "lumbale uitstulping"),
  • Terwijl de andere kant er in vergelijking bijzonder vlak uitziet ("ribvallei").

Diagnose van scoliose: verder onderzoek

Het belangrijkste hulpmiddel om een ​​diagnose te stellen van scoliose is de Röntgenstraal van de wervelkolom. Dit is onmisbaar om scoliose, de omvang en locatie ervan te bepalen. Voor dit doel wordt de kromminghoek volgens Cobb gemeten - als deze meer dan 15 graden is, is er behoefte aan scoliose therapie.

Verkeerde uitlijning met een kromming van minder dan 10 graden Cobb-hoek komt vrij vaak voor en slechts een paar patiënten hebben behandeling nodig. Omdat veel onbehandelde scoliose vaak verergeren, zijn vroege opsporing en follow-up van groot belang.

Tijdens vervolgonderzoeken kan de stralingsblootstelling worden verminderd door het oppervlak van de rug te meten (rasterstereografie) in plaats van de wervelkolom te röntgen. Hierdoor kan de arts snel bepalen of de voorwaarde is stabiel. Daarnaast zijn er speciale onderzoeken om bijvoorbeeld de functie van de longen en te controleren hart- (lichaamsplethysmografie, ECG) of om te verduidelijken of er beperkingen zijn van andere gewrichten of organen als gevolg van de scoliose (ultrageluid).