Diagnose | Scapholunaire dissociatieSLD

Diagnose

De eerste maatregel is het klinische onderzoek van de pols. Er moeten specifieke tests zijn (de ploegentest van Watson) om te bepalen of SLD met zekerheid kan worden vastgesteld. Als een verdere maatregel, een röntgenstraal van de pols wordt uitgevoerd in twee vlakken.

Een derde graad scapholunaire dissociatieSLD kan worden gediagnosticeerd door de grotere afstand tussen het scafoïd en het maanbeen (> 2 mm). Om de diagnose te bevestigen, kan ook de andere kant worden geröntgend om aangeboren varianten uit te sluiten. Letsels in de eerste en tweede graad kunnen alleen worden opgespoord met MRI (Magnetic Resonance Imaging).

Therapie

Conservatieve en chirurgische procedures zijn beschikbaar voor de therapie van scapholunaire dissociatie. De conservatieve therapie wordt gebruikt bij lichte verwondingen. Het omvat het herpositioneren van de botten in hun anatomische positie met daaropvolgende immobilisatie van 6 weken in gips of pols verband.

Gedurende deze tijd moet het SL-ligament opnieuw worden vastgemaakt en stabiel genezen. Pijnstillers kan desgewenst gedurende deze tijd extra worden ingenomen. Voor chirurgische behandeling zijn zowel minimaal invasieve als open operaties beschikbaar.

arthroscopy kan worden gebruikt om kleine stukjes kraakbeen en ligament die veroorzaken pijn in de pols. Binnen de eerste weken na het letsel kan worden geprobeerd om het SL-ligament te hechten. Vervolgens kunnen ligamentplastieken, ligamenttransplantaties of andere procedures worden uitgevoerd om de anatomische omstandigheden te herstellen.

Deze operaties beloven echter slechts een laag succespercentage. De laatste therapeutische methode voor beginners of gevorderden kraakbeen slijtage is verstijving aan de handwortel. Hoewel dit de mobiliteit in het gewricht enigszins beperkt, blijft de pols pijnloos en stabiel.

Genezingstijd

Zowel conservatieve als chirurgische therapie duurt enkele weken om te genezen. Bij conservatieve therapie moet de pols ongeveer 6 weken worden geïmmobiliseerd en geïmmobiliseerd met behulp van een gips gipsverband of verband. Er is ook een uitstelperiode van 6 weken na het chirurgisch hechten van de SL-band of de behandeling van andere bijkomende verwondingen. Ook na deze periode mag de belasting van de pols slechts langzaam weer worden verhoogd. Volledige mobiliteit kan alleen langzaam worden bereikt door passieve en actieve bewegingsoefeningen. In de regel bereikt de pols na ongeveer 12 weken volledige stabiliteit en mobiliteit.