Cytomegalie: oorzaken

Pathogenese (ziekteontwikkeling)

Wanneer het lichaam is besmet met cytomegalovirus - DNA-virus van de herpes groep - infectie van de parotis (parotisklier) komt voor, maar het blijft onopgemerkt. Het virus verspreidt zich verder in het lichaam en infecteert alle organen. Interstitiële lymfoplasmacytische ontsteking treedt op met reuzencellen en nucleaire ("gelegen in de kern") inclusielichamen ("uiloogcellen"). Het virus blijft levenslang bestaan, wat betekent dat het virus na infectie levenslang in het lichaam blijft en kan leiden om herinfectie als het immuunsysteem verzwakt.

Diaplacentale infectie (infectie via de placenta/ uteriene placenta) is mogelijk.

Afhankelijk van de zwangerschapsduur (leeftijd op zwangerschap), was de mate van maternofoetale transmissie (transmissie van moeder op ongeboren kind) 30% in het eerste trimester (derde trimester), oplopend tot respectievelijk 38 en 72% in het tweede en derde trimester. Overdracht ("overdracht") is gelijk aan foetale infectie, ongeacht het klinische verloop.

Etiologie (oorzaken)

Gedragsoorzaken

  • Persoonlijk contact sluiten
  • Intiem lichamelijk contact
  • Wonen in gemeenschapsvoorzieningen
  • Slechte persoonlijke hygiëne

Geneesmiddel

  • immunosuppressiva (stoffen die de functies van de immuunsysteem) (= vermindering van door T-cel gemedieerde immuniteit en als gevolg daarvan een verhoogd risico op virale en mycotische (schimmel) infecties).

Andere oorzaken

  • Bloedtransfusies
  • Moedermelk van een CMV-positieve moeder
  • Getransplanteerde, immunosuppressieve patiënten (orgaantransplantatie; stamceltransplantatie); CMV-infectie door:
    • Primaire infectie van een seronegatieve orgaanontvanger door een seropositieve orgaandonor ("mismatching").
    • Secundaire infectie door reactivering van een latente CMV-infectie.
    • Overdracht door nauw fysiek contact met een besmette persoon (zie hieronder "Gedragsoorzaken").