Cyste in de borst

Een cyste is een met vloeistof gevulde holte in het klierweefsel van de borst. De holte is omgeven door een capsule, die dikke of dunne afscheidingen omsluit. Cysten kunnen sporadisch of in grote aantallen voorkomen en zich in het weefsel nestelen. Over het algemeen is een borstcyste meestal een goedaardige verandering. Ze kunnen bijvoorbeeld voorkomen in de context van mastopathie, een goedaardige verandering in het klierweefsel.

Oorzaken

Het klierweefsel van de borst is verdeeld in vele lobben, die van elkaar worden gescheiden door het omringende mantelweefsel. De fijne kanalen van de klieren passeren de individuele lobben en eindigen uiteindelijk in de belangrijkste melkkanalen van de borst. Afzettingen of een te smal lumen van de kanalen kunnen de uitstroom belemmeren en afzettingen verzamelen.

Dit kan ook leiden tot de vorming van een cyste. Er kan ook een ontsteking ontstaan, waardoor de afscheidingen in een holte worden ingekapseld. De meeste cysten komen echter voor tijdens menopauze.

Dit treft daarom vaker vrouwen tussen de 45 en 55 jaar. Vaak ontwikkelen vrouwen een verandering in het borstklierweefsel, dat mastopathie. Mastopathie omvat verschillende veranderingen in het borstweefsel.

Er is een aanzienlijke toename van de bindweefsel van de borst. De nieuwe formaties die fibrose worden genoemd, kunnen ook leiden tot verharding van de borst. Naast klachten als zwelling en overgevoeligheid in de borsten worden ook vaak cysten gevormd.

De cysten kunnen in verschillende groottes voorkomen en kunnen daarom soms als knobbeltjes worden gevoeld. Deze ziekte wordt vaak veroorzaakt door de hormonale veranderingen die een vrouw ondergaat menopauze. Bovendien kunnen cysten ook vanaf de geboorte bestaan. Ze worden dan eenzame cysten genoemd.

Cysten per pil

Door de pil te nemen wordt het lichaam extra voorzien hormonen, wat veranderingen veroorzaakt. Met de maandelijkse hormoonschommelingen tijdens de cyclus kunnen dus ook cysten ontstaan. Ze kunnen optreden afhankelijk van de cyclus.

Dit betekent dat ze vergroot kunnen worden tijdens de pauze en weer kleiner worden als de pil wordt ingenomen. Afhankelijk van de cyclus kunnen de cysten echter ook vaker voorkomen als de pil regelmatig wordt ingenomen. Deze cysten kunnen soms door de patiënt zelf ontdekt worden of zijn bij toeval tijdens de gynaecologische controle. Het nemen van de pil kan echter ook de ontwikkeling van cysten voorkomen. Ook hier is er een verband met hormoonproductie.