Chloride in bloed

Definitie

Chloride, zoals kalium, natrium en calcium, is een belangrijke elektrolyt die betrokken is bij de dagelijkse stofwisselingsprocessen van het lichaam. Het is in het lichaam aanwezig met een negatieve lading en wordt ook wel een anion genoemd. Chloride speelt een belangrijke rol bij de hartcontrole, bij de overdracht van zenuwimpulsen en bij de controle van het water evenwicht.

Bovendien wordt aan chloride ook een belangrijke rol toegeschreven bij de regulering van de zuur-base evenwicht. Chloride wordt met voedsel opgenomen, meestal door keukenzout (NaCl), en wordt via de nieren uitgescheiden nadat het zijn metabolische taken heeft vervuld. EEN dieet dat zeer zoutarm is, leidt meestal ook tot een tekort aan natrium en chloride.

Standaard waarden

Chloride wordt bij patiënten in serum bepaald door een bloed test. De standaardwaarde in de meeste laboratoria ligt tussen 96 en 110 mmol / l. Hier verschillen de waarden enigszins van laboratorium tot laboratorium en ook of volwassenen of kinderen worden getest. Bij kinderen ligt de standaard chloridewaarde in serum tussen 95 en 112 mmol / l.

Verhoogde chlorideniveaus en symptomen

Er zijn enkele omstandigheden en ziektes waarbij een verhoogd chloridegehalte optreedt bloed serum kan worden gedetecteerd. Kleine chloridetekorten geven in de meeste gevallen geen klachten. Hoe ernstiger het tekort echter wordt, hoe ernstiger de symptomen worden.

De eerste symptomen die mensen met een ernstig chloride-tekort ervaren, zijn malaise en misselijkheid, soms braken. Bovendien verlopen de stofwisselingsprocessen in het lichaam waarvoor chloride nodig is niet meer zo soepel. Er zijn tal van ziekten waarbij de zuur-base evenwicht van het lichaam raakt uit balans en waarin het chloridegehalte in de bloed stijgt.

De zogenaamde niertubuli acidose is een voorbeeld van een ziekte met verhoogde chlorideniveaus. Het komt voor in nier ziekten en ontsteking van de nier, in suikerziekte mellitus, na een ureteroperatie of als gevolg van genetische oorzaken. Daarnaast kunnen auto-immuunziekten ook leiden tot een onbalans van elektrolyten met een toename van chloride in het bloed.

Ziekten van de centrale zenuwstelsel leiden ook tot een verhoogd chloridegehalte, evenals zogenaamde hyperventilatie, waarbij de patiënt sneller in- en uitademt dan normaal en geen normale gasuitwisseling in de longen meer plaatsvindt. Hierdoor hoopt zich chloride op in het bloed. Chloride kan ook toenemen met koorts, maar meestal niet zo hoog dat het symptomen veroorzaakt.

Bij chronische diarree kan ook het chloridegehalte in het bloed stijgen. Er zijn ook enkele medicijnen die hetzelfde effect in het bloed kunnen hebben. Zogenaamd carboanhydraseremmers, die worden gebruikt om te behandelen epilepsie or glaucoma, kan leiden tot een onbalans van elektrolyten en ook chloride.

De tamelijk zeldzame toediening van bromide leidt ook tot een toename van het chloride in het bloed. Er zijn ook enkele chloridehoudende medicijnen die bijdragen aan een verhoging van het chloridegehalte in het bloed. In de meeste gevallen is het chloride een dragerstof van een normaal medicijn. Deze omvatten ammoniumchloride, argininechloride of lysinechloride.