As

Es is inheems in Europa en Zuidwest-Azië, hoewel de boom ook vaak wordt gekweekt als tuin- en parkboom. Het medicinaal gebruikte materiaal komt meestal uit wilde collecties.

As in de kruidengeneeskunde

In kruidengeneeskunde, worden de gedroogde bladeren van es (Fraxini folium) en bovendien de bast van jonge twijgen (Fraxini cortex) gebruikt. Van de manna es (Fraxinus ornus) wordt gewonnen uit het zogenaamde manna (Manna cannelata), een gedroogd, suikerachtig sap dat uit de schors komt nadat de boom is beschadigd bij warm, droog weer.

Essen: typische kenmerken

De es is een tot 40 m hoge bladverliezende boom met grote, tegenoverliggende, geveerde bladeren. De onopvallende bloemen verschijnen in het voorjaar voor de bladeren. De boom draagt ​​ook langwerpige gevleugelde vruchten, die noten ongeveer 3-4 cm lang. Deze zijn meestal gerangschikt in dichte clusters.

Asbladeren als medicijn

Het medicinaal gebruikte bladmateriaal bestaat uit broze fragmenten van de blaadjes, met aan de onderzijde duidelijk zichtbare bladnerven. de belangrijkste ader is zwak behaard en de bladrand is getand. Verder maken ook de tot 2 mm dikke, lichtbruine bladspindels deel uit van het medicijnmateriaal.

De geur van essenbladeren is relatief zwak en eigenaardig. Smaak-Wijs, asbladeren zijn bitter.