Angina Pectoris: symptomen, klachten, tekenen

De volgende symptomen en klachten kunnen wijzen op angina pectoris (AP):

  • Plotseling begin van retrosternale (“achter de borstbeen gelokaliseerd ') pijn (van korte duur; zie hieronder), links> rechts; meestal uitstralend naar het gebied van de linker schouderarm of nek-onderkaak zowel regio als naar de bovenbuik, rug; pijn kan saai, drukkend, krampachtig of boren zijn. In sommige gevallen is de pijn gelokaliseerd in andere regio's en straalt deze uit naar de thorax (borst​ soms wordt de thorax helemaal niet aangetast en wordt aan de volgende kenmerken voldaan:
    • Getriggerd door lichamelijk of psychisch spanning (triggermechanismen: zie hieronder).
    • Weigeren in rust en / of binnen een paar minuten na het aanbrengen van nitraat.
  • Gevoel van beklemming of vernietiging
  • Dyspnoe (kortademigheid), verstikking.
  • Zweten
  • Angst tot angst voor de dood

De duur van een AP is minuten in de context van het triggermechanisme en duurt meestal niet langer dan 20 minuten. Triggermechanismen kunnen zijn: fysiek en emotioneel spanning, weelderige maaltijd, koudEtc ..

Typische angina is aanwezig wanneer aan alle drie de volgende kenmerken wordt voldaan:

  • Retrosternale symptomatologie /pijn van korte duur.
  • Getriggerd door fysieke of psychologische stress
  • Afname in rust en / of binnen enkele minuten na het aanbrengen van nitraat

Als aan slechts twee van deze drie kenmerken wordt voldaan, wordt het 'atypisch' genoemd angina​ Als slechts één of geen van deze drie punten van toepassing is, spreekt men van niet-anginale thoracale symptomen. Stal angina pectoris wordt ingedeeld in verschillende mate van ernst met behulp van de CCS-classificatie (classificatie van de Canadian Cardiovascular Society) (zie classificatie hieronder).

Definitie: Thoracale pijn (pijn op de borst) reproduceerbaar door fysieke of mentale inspanning die in rust of daarna verdwijnt administratie of nitroglycerine.

Instabiele angina (UA) wordt als volgt gedefinieerd:

Classificatie van onstabiel angina.

Strengheid Klinische situatie
Klasse A Klasse B Klasse C
Klasse I: nieuw begin ernstig of verslechtering angina pectoris (AP), geen rustende AP. IA IB IC
Klasse II: AP in rust in de afgelopen maand maar niet in de afgelopen 48 uur (subacute AP). IIA IIB IIC
Klasse III: AP in rust in de afgelopen 48 uur (acute AP in rust). IIIA IIIC

Legende

  • Klasse A: patiënten met een extracardiale oorzaak (oorzaak gelegen buiten de hart-/ secundaire angina, AP).
  • Klasse B: patiënten zonder extracardiale oorzaak (primaire onstabiele AP).
  • Klasse C: patiënten 2 weken na een myocardinfarct /hart- aanval (postinfarct AP).

Waarschuwingsborden (rode vlaggen)