Ik kan aan deze symptomen zien dat ik ziek ben | Clostridium difficile

Ik kan aan deze symptomen zien dat ik ziek ben

Om überhaupt een verhoogd risico op de ziekte te hebben, moet men vooraf een langdurige antibioticatherapie hebben gehad. Dit geldt vaak voor KNO-patiënten, mensen met longontsteking en patiënten na kunstmatige gewrichtsontsteking. Als bloederige diarree optreedt na enkele weken antibiotische therapie en er is krampachtig pijn in de buikmoet een arts worden geraadpleegd.

Een high koorts tijdens de ziekte is ook typisch. De diarree heeft een kenmerkende slechte geur en een hoge frequentie. Door het hoge waterverlies voelen de getroffen personen zich slap en kan de huid rimpels achterlaten. In ernstige gevallen kan het bewustzijn ook verminderd zijn. Het verloop van een ernstige infectie kan erg snel zijn, zodat er maar een paar uur zitten tussen licht ongemak en intensieve zorg.

Toxine A

Om voor Clostridium difficile om überhaupt ziekte te veroorzaken, moet de bacterie gifstoffen produceren. Stammen die dat niet kunnen, worden als apathogeen, dwz onschadelijk, beschouwd. Niet alle soorten bacteriën produceren dezelfde gifstoffen en daarom zijn er enkele gevallen waarin geen toxine A wordt geproduceerd.

Toxine A, een enterotoxine, wordt beschouwd als het minder belangrijke toxine voor door clostridia veroorzaakte diarree. Enterotoxinen zijn eiwitten die worden afgescheiden door de bacteriën en zijn giftig voor de darmcellen. Toxine A kan gaten in de celwand maken en zo de darmcellen direct doden of een toegangspoort vormen voor andere gifstoffen.

Toxine A heeft ook een chemotactisch effect op bepaalde immuuncellen, de zogenaamde neutrofielen. Dit betekent dat het gif de beweging van de immuuncellen beïnvloedt. Toxine A werkt via een verandering in het cytoskelet van de cellen en kan dus ook van vorm veranderen.

Toxine A komt normaal gesproken niet alleen voor, maar gaat gepaard met toxine B. De kans dat de gastheer ziek wordt neemt toe als de immuunsysteem reageert niet voldoende op toxine A. De meeste volwassenen hebben antilichamen tegen toxine A, aangezien contact met de ziekteverwekker vaak tijdens de kindertijd heeft plaatsgevonden.

Toxine B

Toxine B is het tweede toxine dat wordt geproduceerd door Clostridium difficile​ Dit is een cytotoxine. Bij sommige patiënten is alleen toxine B aanwezig, daarom wordt aangenomen dat toxine B de belangrijkste factor is bij Clostridium difficile ziekte. Toxine B valt ook het cytoskelet aan, waardoor de darmcellen hun vorm krijgen. De laboratoriumchemische testprocedures voor een Clostridium-infectie zijn vooral gespecialiseerd in toxine B, aangezien dit vaker voorkomt dan toxine A.

Incubatietijd

Aangezien Clostridium difficile ook bij gezonde mensen kan worden gedetecteerd en pas actief wordt nadat bepaalde omgevingsinvloeden zijn opgetreden, kan er geen maximale incubatietijd worden vermeld. Sommige mensen dragen Clostridium difficile hun hele leven in hun darmen zonder ooit ziek te worden. Na de eerste infectie moet de bacterie zich echter eerst voldoende voortplanten om ziekte te veroorzaken.