Voorhand

Introductie

Naast de backhand is de forehand een van de basisslagen in tennis. Meest tennis spelers vinden de forehand gemakkelijker te slaan dan de backhand, omdat de bal aan de rechterkant van het lichaam wordt geslagen voor rechtshandige spelers en aan de linkerkant voor linkshandige spelers. Aan de forehand-kant stelt het de speler in staat om met meer vrijheid te handelen beroerte arm. Meestal wordt de forehand gespeeld met slechts één hand (eenhandig) vanwege het grotere bereik.

Tactiek

Om tactische redenen, de forehand beroerte in tennis is meestal een topspinvariant. Dit maakt een hoge snelheid van de beroerte en de tegenstander wordt onder druk gezet of vastgehouden. Bovendien ondervindt de bal een neerwaartse kracht door de voorwaartse rotatie.

De kans om de bal in de ‘uit’ te slaan wordt hierdoor aanzienlijk verkleind. Bij het raken van de bal ver boven de rand van het net is het niet absoluut noodzakelijk om de bal te draaien, aangezien de vluchtcurve naar voren en naar beneden verloopt. Bij forehand shots met een zeer laag impactpunt moet de bal echter met veel topspin geraakt worden, aangezien de vluchtcurve eerst naar boven moet beginnen.

Technologie

  • Het racket wordt met forehand grip vastgehouden.
  • De backswing-beweging is vroeg, langzaam en gecontroleerd.
  • De speler staat in open positie (belasting op de rechtervoet tijdens de hele forehand-beweging)
  • Het bovenlichaam is opzij gedraaid. Dit veroorzaakt eenstretching.
  • De rechterarm wordt ver naar achteren / omhoog geleid.
  • Het uitzicht is op de bal.
  • Het tijdstip van de maximale backswing-beweging is bereikt.
  • Het tennisracket zit ver achter het lichaam.
  • De belasting van het lichaamsgewicht is nog steeds op de rechtervoet.
  • De speler knielt iets om het zwaartepunt te verlagen en de versnellingsafstand te verlengen.
  • De bal bevindt zich direct voor het ontmoetingspunt.
  • De lading is op de rechtervoet.
  • De kniegewricht wordt uitgerekt. Dit wordt gevolgd door een rotatie van het bovenlichaam in de richting van het veld van de tegenstander
  • De club wordt naar voren / naar beneden geleid zodat de bal in opwaartse beweging kan worden geraakt
  • De club wordt versneld naar het punt van impact
  • Het uitzicht is gericht op de bal
  • De club haalt het lichaam in en de bal wordt in een opwaartse beweging zijwaarts voor het lichaam geraakt
  • Het bovenlichaam is wijd open
  • De lading is op de rechtervoet