Vitamine A-tekort

Introductie

Vitamine A, samen met vitamine D, E en K, is een van de in vet oplosbare vitaminen in het lichaam en komt voor in drie verschillende configuraties: Retinol, retina en retinoïnezuur. Deze drie stoffen worden meestal ook wel "retinoïden" genoemd, hoewel ze strikt genomen op verschillende plaatsen in het lichaam werken. Wat ze gemeen hebben, is de precursor bètacaroteen, waaruit ze allemaal kunnen worden gemaakt.

Beta-caroteen komt vooral voor in wortelen, maar ook in andere gele groenten. Door zijn vetoplosbaarheid is de vitamine moeilijk uit te scheiden en kan het zich daarom ophopen in het lichaam. Voorzichtigheid is daarom geboden bij het nemen van de juiste vitamine preparaten.

Symptomen van vitamine A-tekort

De symptomen van een vitamine A-tekort zijn het gevolg van de werkingsgebieden van de verschillende vormen van vitamine A: het netvlies speelt een belangrijke rol in het visuele proces. Dit komt omdat het een basisbouwsteen is voor de aanmaak van moleculen (zogenaamde rhodopsine) die de in- of afwezigheid van lichtstralen in de visuele cellen van het netvlies aangeven. Visuele stoornissen, vooral in het donker, zijn daarom het meest voorkomende symptoom van vitamine A-tekort.

De andere vormen van vitamine A, retinol en retinoïnezuur, spelen een belangrijke rol bij de regulatie van genen en het onderhoud van weefsels, zoals slijmvliezen, zenuwcellen, botten or bindweefsel. Dienovereenkomstig kan een vitamine A-tekort ook merkbaar worden door defecten in deze weefsels. Vooral kinderen hebben vitamine A nodig voor hun botontwikkeling.

Vitamine A speelt ook een belangrijke rol bij de embryonale ontwikkeling, waarbij het ervoor zorgt dat de zenuwstelsel correct is ingesteld. Net als retinol en retinoïnezuur zorgt vitamine A voor het onderhoud van bijna alle weefsels. Een tekort kan dus ook in de huid en slijmvliezen worden opgespoord: een droge, gebarsten of ontstoken huid kan een aanwijzing zijn voor een chronisch vitamine A-tekort.

Typische voorbeelden zijn gescheurde hoeken van de mond (rhagades) of acne (acne vulgaris). rosacea (koperkorstmos) kan ook een gevolg zijn van een vitamine A-tekort. Al deze symptomen zijn echter uiterst niet-specifiek en kunnen vele andere oorzaken hebben.

Mochten deze problemen zich voordoen, dan dienen ze daarom altijd in de bredere context te worden bezien. Daartoe moet worden verduidelijkt of er andere symptomen van een vitamine A-tekort kunnen worden herkend en of er een oorzaak voor een tekort kan zijn. Vitamine A zorgt ook voor een gezonde huid door het behoud van de lichaamsweefsels, en dus ook voor de zogenaamde huidaanhangsels.

Deze omvatten haar en spijkers bijvoorbeeld. Een tekort aan vitamine A kan hier dus ook naar voren komen: als de nagels dun en kwetsbaar zijn, kan dit duiden op een gebrek, net als een intensiever verlies van haar of dun en breekbaar haar. Vitamine tekort syndromen zijn zeldzaam, vooral in landen van de eerste wereld, omdat er altijd voldoende voedsel is.

Bovendien, de lever heeft altijd een bepaald aantal vitaminen in de winkel. EEN vitaminegebrek ontwikkelt zich daarom zeer langzaam en alleen bij chronisch onderaanbod. Symptomen van haar, nagels en huid moeten daarom gedurende een langere periode worden geobserveerd en zich pas over een langere periode ontwikkelen vitaminegebrek.

Vitamine A en vooral de netvliesconfiguratie is fundamenteel betrokken bij het visuele proces, omdat daaruit de zogenaamde rodopsine wordt geproduceerd. Een typisch vroeg symptoom van vitamine A-tekort is verminderd zicht en nacht blindheid. Op het netvlies bevinden zich de fotoreceptoren, waarbij een kettingreactie wordt veroorzaakt door lichtinval.

Deze kettingreactie bevat verschillende moleculen die tijdens dit proces een andere configuratie aannemen - bijvoorbeeld wanneer de eerste steen van een dominorij wordt omgestoten: de ene na de andere krijgen de stenen de configuratie 'omgestoten'. Bij vitamine A-tekort missen sommige cellen nu één steen op de rij, namelijk rodopsine. Dienovereenkomstig wordt de transmissie van de lichtprikkel in deze cellen belemmerd. Dit leidt niet direct tot blindheid, maar bij chronische deficiëntie missen steeds meer cellen de noodzakelijke rodopsine. Visusstoornissen manifesteren zich aanvankelijk als nacht blindheid, later wazig of wazig zien en lichtgevoeligheid zijn ook mogelijk.