Zenuwvezels

Een zenuwvezel is een deel van een zenuw. Een zenuw is samengesteld uit verschillende zenuwvezelbundels. Deze zenuwvezelbundels bevatten veel zenuwvezels.

Elke zenuwvezel is omgeven door het zogenaamde endoneurium, een soort beschermende mantel rond elke zenuwvezel. Het endoneurium bestaat uit: bindweefsel en elastische vezels en omdat de bloed schepen er doorheen loopt, heeft het ook een belangrijke functie bij het voeden van de Schwann-cellen en dus de zenuwvezels. Om een ​​zenuwvezelbundel te vormen is er het zogenaamde perineurium.

Het omsluit veel zenuwvezels en houdt zo een zenuwvezelbundel bij elkaar. Veel zenuwvezelbundels zijn samen omgeven door het zogenaamde epineurium en vormen in hun geheel een zenuw. Over het algemeen wordt onderscheid gemaakt tussen zenuwvezels die merg bevatten en zenuwvezels zonder merg.

Een veelgebruikt synoniem voor zenuwvezel is de axon or neuriet, waarbij strikt genomen alleen het axon samen met de omgeving celmembraan (het axoleem) vormt een zenuwvezel. De zenuwvezel wordt gebruikt om informatie van het cellichaam (soma) naar de eindknoppen (telodendrons) te sturen, die vervolgens contact opnemen met een nieuw cellichaam (soma) om de informatie door te geven. De zenuwvezel begint bij de zogenaamde axon heuvel, die wordt toegevoegd aan het cellichaam van a zenuwcel. Van daaruit reikt de zenuwvezel tot aan de vertakking in de eindknoppen.

Zenuwvezels die merg bevatten

Mark-bevattende (gemyeliniseerde) zenuwvezels worden gekenmerkt door het feit dat de axon is omgeven door een myeline schede. Je kunt een zenuwvezel zien als een soort kabel en de myeline schede is een isolerende laag om de kabel. Myelinisatie is anders in de centrale zenuwstelsel (CZS) en het perifere zenuwstelsel (PNS).

In het CZS is de myeline schede wordt gevormd door de zogenaamde oligodendrocyten. In PNS daarentegen vormen Schwann-cellen de isolerende laag. Deze myelineschede is echter niet continu maar heeft herhaalde korte onderbrekingen waarbij de zenuwvezel "naakt" is, waarbij deze onderbreking RANVIER'SCHEN veterring wordt genoemd.

Dit zorgt voor een snellere transmissie van excitatie. Men noemt deze snelle vorm van de excitatietransmissie als saltatorische excitatielijn. Hier "springt" de excitatie van ring naar ring en hoeft niet de gehele lengte van de zenuwvezel te prikkelen. De actiepotentiaal wordt dan in elke veterring gevormd en van veterring naar veterring doorgegeven. Dit is veel sneller dan de continue voortplanting van excitatie, zoals het geval is bij niet-merkloze zenuwvezels.