Wat is een chromosomale afwijking? | Chromosoommutatie

Wat is een chromosomale afwijking?

Chromosomale aberratie is een verandering in de chromosomen dat is zichtbaar onder de lichtmicroscoop. Daarentegen zijn er genmutaties, deze veranderingen zijn veel kleiner en kunnen alleen worden gedetecteerd door nauwkeuriger genetische diagnostiek. Chromosomale afwijkingen kunnen in twee vormen worden onderverdeeld.

Er zijn structurele en numerieke afwijkingen. De structurele afwijkingen zijn in dit hoofdstuk besproken en worden ook wel chromosomale mutaties genoemd. Ze gaan gepaard met een wijziging in de chromosomen zich.

Numerieke aberratie betekent dat er een onjuist aantal chromosomen. Het normale menselijke karyotype, dwz het aantal chromosomen, is 46.XY bij mannen en 46.XX bij vrouwen. Opgemerkt moet worden dat de chromosomen gedupliceerd zijn, met als enige uitzondering de geslachtschromosomen bij mannen.

De geslachtschromosomen, het enige verschil in het genoom bij mannen en vrouwen, worden aangegeven met de letters. Bij numerieke afwijkingen kunnen chromosomen vaker voorkomen of ontbreken. Het bekendste voorbeeld hiervan is het syndroom van Down, trisomie 21, de naam geeft aan dat het 21ste chromosoom driemaal aanwezig is in plaats van tweemaal.

Het karyotype van een persoon ziet er dan als volgt uit: 47, XY + 21 bij mannen en 47, XX + 21 bij vrouwen. Een voorbeeld van het ontbreken van een chromosoom is de Turner syndroom of monosomie X, waarbij een X-chromosoom ontbreekt, resulterend in het karyotype 45, X0. De getroffen mensen zijn vrouwen met bepaalde lichamelijke afwijkingen.

De syndroom van Klinefelter is geen chromosomale mutatie. Chromosomale mutaties gaan gepaard met een verandering in structuur. Bij het syndroom van Klinefelter is er een onjuist aantal chromosomen.

Deze verandering wordt numerieke chromosoomaberratie genoemd. Alleen mannen kunnen worden getroffen door het Klinefelter-syndroom. Normaal gesproken hebben mannen één X-chromosoom en één Y-chromosoom naast de 44 andere chromosomen (22 chromosomen, elk in twee exemplaren).

Bij het syndroom van Klinefelter is er één X-chromosoom te veel. Deze verandering heeft de grootste impact op de voortplantingsorganen. De getroffen personen hebben kleine testikels en in de meeste gevallen geen werking sperma productie.

Bovendien, de testosteron productie van de testikels is gelimiteerd. Het syndroom van Klinefelter wordt vaak voor het eerst vastgesteld tijdens een vruchtbaarheidsconsult. Het blijft onontdekt bij de overgrote meerderheid van de getroffenen. Borstontwikkeling kan plaatsvinden tijdens de puberteit, en meestal is er slechts een beperkte ontwikkeling van het lichaam haar. De getroffen personen zijn echter niet beperkt in hun intelligentie.

Wat is een puntmutatie?

Een puntmutatie is een mutatie van genen die aanwezig zijn in de vorm van DNA. Het DNA is opgebouwd uit vier verschillende nucleotiden. Bij een puntmutatie wordt de ene nucleotide vervangen door een andere.

Het DNA van de genen wordt in een complex proces uitgelezen. Het eindproduct van dit proces is een eiwit. Welk eiwit wordt geproduceerd, wordt in wezen bepaald door de volgorde van de nucleotiden.

Drie opeenvolgende nucleotiden bepalen welk aminozuur aan de gevormde eiwitketen is gehecht. Een groot aantal aminozuren wordt vervolgens gecombineerd om een ​​eiwit te vormen. Als een nucleotide wordt vervangen door een ander, kan een ander aminozuur in het eiwit worden opgenomen.

Het gevolg is een zogenaamde missense-mutatie. Het resulterende eiwit kan volledig functioneel blijven door het aminozuur te vervangen of zijn functie verliezen. Een andere mogelijkheid is de integratie van een zogenaamd stopcodon.

Dit type mutatie wordt de onzinmutatie genoemd. Het stopcodon markeert het einde van het eiwit. Als het op de verkeerde plaats wordt ingebracht, is het eiwit niet compleet.

Bij deze vormen van puntmutaties blijft het aantal uit te lezen nucleotiden gelijk. De juiste aminozuren worden voor en na puntmutaties ingevoegd. Het “leeskader” blijft dus hetzelfde.

Ernstiger zijn mutaties waarin een nucleotide wordt ingebracht of verwijderd, dwz insertie of deletie. In deze mutatie worden drie andere nucleotiden gecombineerd na het ontbrekende of ingevoegde nucleotide, waardoor verschillende aminozuren worden ingebracht en een geheel ander eiwit ontstaat. Ons volgende artikel is misschien ook interessant voor u: telomeren - anatomie, functie en ziekten