Walging: functie, taken, rol en ziekten

Afkeer wordt geassocieerd met zeer onaangename gewaarwordingen en emoties die resoluut afgewezen willen worden. Een nadere, wetenschappelijke blik op zelfs dergelijke negatieve emotionele aspecten biedt echter interessante inzichten in onze aard en onze cultuur. Het is dus de moeite waard om de emotie walging te definiëren, de functies en voordelen ervan voor mensen te onderzoeken en eventuele walgingstoornissen bij mensen te verklaren.

Wat is walging?

Walging kan over het algemeen worden omschreven als alle negatieve gevoelens, die er vaak mee samenhangen misselijkheid en afstoting. Afkeer kan over het algemeen worden omschreven als alle negatieve gevoelens die vaak worden geassocieerd misselijkheid en afstoting. Belangrijk hierbij is een gevoelde fysieke reactie die verband houdt met de emotie van afkeer. Een politicus bijvoorbeeld niet aardig vinden omdat hij of zij een agenda vertegenwoordigt die vanuit zijn eigen standpunt niet klopt, telt niet als walging, omdat er meestal geen fysieke reacties op zijn. Alleen als verschijnselen zoals kokhalzen, zweten, hart- hartkloppingen, duizeligheid of braken optreden telt de reactie als walging. Door de combinatie van mentale afwijzing en fysieke afstoting is walging een zeer sterke sensatie die zichzelf met kracht naar de voorgrond van het bewustzijn van de getroffen persoon duwt. De meeste mensen walgen zelf van een aantal dingen: uitwerpselen, slachtafval, schimmel en afval. Bepaalde dieren veroorzaken ook afkeer bij veel mensen, meestal kleine dieren zoals wormen, maden, spinnen en slangen. Over dieren gesproken, zelfs dieren met ontwikkelde hersenen lijken te walgen van bepaalde dingen, of geven ze in ieder geval een ruime ligplaats. Grote apen zoals chimpansees zijn bijvoorbeeld bang om door rivieren te waden, en daarom kunnen ze niet zwemmen. Walging is niet uitsluitend menselijk.

Functie en taak

De functie van walging voor mensen lijkt vrij voor de hand liggend: net als angst is walging een beschermende functie, hoewel het in tegenstelling tot angst niet een kwestie is van welke dingen je moet vluchten, maar welke dingen eenvoudigweg moeten worden vermeden, wat bijvoorbeeld niet eten. Als er geen afkeerreactie was, zouden mensen bedorven voedsel eten, niet grondig voor hun afval zorgen en veel minder hygiënisch leven. Voorwaarden waar kiemen en ziekten floreren zouden onze levensverwachting en kwaliteit drastisch verminderen. Hoe sterk en tegelijkertijd beschermende afkeer kan zijn, kon worden bewezen in een experiment met apen: de eigen uitwerpselen van de apen werden door elke truc in het boek voorbereid, zodat de primaten zouden denken dat het voedsel was en het opeten. Het werd geverfd, besproeid met geuren en samen met conventioneel voedsel geserveerd. Gratis. De apen weigerden altijd de uitwerpselen te eten. Hoewel de beschermende functie van walging onomstreden is, kan de oorsprong ervan ter discussie worden gesteld: is walging meer genetisch of cultureel? Uiteraard voelen dieren ook walging, maar dieren kennen zeker ook een soort culturele evolutie, waarin gedragsnormen niet via genetische opmaak worden doorgegeven, maar door te kijken en leren​ Op dezelfde manier zijn er ook opvallende verschillen tussen menselijke culturen. Een voorbeeld is de afkeer die veel Europeanen voelen voor insecten zoals sprinkhanen, die in Azië als delicatesse of tussendoortje worden gegeten. Wat mensen walgelijk vinden en wat niet, hangt vaak af van de waarden die aan dingen worden gehecht. Hoewel er bijvoorbeeld geen rationeel argument is waarom hondenvlees minder lekker zou moeten zijn dan varkensvlees of rundvlees, voelen we in dit land bijna automatisch walging en afwijzing voor vlees van honden. Simpelweg omdat hondenvlees in het Westen niet voor consumptie mag zijn, omdat het als immoreel wordt beschouwd.

Ziekten en kwalen

Afschuwingsstoornissen kunnen tot beide extremiteiten gaan. Ten eerste zijn er fobieën, dat wil zeggen overdreven gevoelens van walging en afwijzing van dingen die volkomen gewoon zijn voor de overgrote meerderheid van de mensen. Sommige fobieën zijn heel begrijpelijk, zoals arachnofobie (angst voor spinnen) of achluofobie (angst voor duisternis). Maar vele anderen lijken voor de meesten een raadsel, waaronder aquafobie (angst voor water of in het water zijn) of coniofobie (angst voor stof) en nog veel meer. Soms lijken fobieën gewoon onverklaarbaar, maar altijd traumatisch jeugd Ervaring is geïdentificeerd als de oorzaak van de irrationele walging. Iemand die bijvoorbeeld als kind bijna verdronk in een meer, kan terecht bang zijn om in de toekomst zelfs in een badkuip te stappen. Aan het andere uiterste zijn die mensen die zelfs bij de meest onhygiënische dingen geen walging voelen. Vaak gaat dit zelfs gepaard met seksuele neigingen, die als pathologisch fetisjisme (parafilie) kunnen worden beschouwd. Voorbeelden zijn onder meer lijken (necrofilie), uitwerpselen (coprofilie), de drang om uitwerpselen te eten (coprofagie) en urine (urofilie). Het is nog steeds het onderwerp van intensief psychologisch onderzoek wat deze parafilieën veroorzaakt en waarom walging er niet alleen in wordt weggenomen, maar ook formeel wordt omgezet in vervoering. Vaak worden bij de getroffen personen ernstige persoonlijkheidsstoornissen vermoed. Opvallend is ook dat deze personen nooit primair lijden onder hun perversiteiten, maar alleen via de sociale omgeving met hun stoornis worden geconfronteerd, hetzij door confrontatie met de wet of door berisping van andere mensen.