Opvullen van tandadhesie (dentinekleefvulling)

De dentine adhesieve bevestigingstechniek is een procedure waarbij het dentineoppervlak van een holte (dentineoppervlak van een holte) zodanig chemisch wordt voorbehandeld dat laagviskeuze dentinebindmiddelen de oppervlaktestructuren kunnen binnendringen en na chemische uitharding een micromechanische binding vormen met het dentine aan de ene kant en de composiet (hars) vulling aan de andere kant. De op deze manier gecreëerde verbinding werkt zo effectief dat extra macromechanische retenties voor het vastzetten van de vulling, die zouden moeten worden gecreëerd door voorbereiding (door het slijpen van de tand) bij het opofferen van gezonde tandsubstantie, kunnen worden weggelaten - een methode die vereist is bijvoorbeeld bij het plaatsen van amalgaamvullingen.

Indicaties (toepassingsgebieden)

Opvulhechting aan de tand door middel van dentinekleefsystemen is altijd zinvol wanneer het dentinebindmiddel ook een chemische of micromechanische binding kan aangaan met het vulmateriaal, bijvoorbeeld bij:

  • Samengestelde vullingen (harsvullingen)
  • Samengestelde vullingen
  • Inleg van hars
  • Cerec inleg
  • Keramische inleg
  • Inlegwerk van polymeerglas
  • Veneers (fineren)
  • Volledig keramische kronen
  • Gedeeltelijke keramische kronen
  • Lijmbruggen (lijmbruggen)
  • Kernopbouw van composietmateriaal voor bekroning.
  • Fixatie van wortelpennen

Contra-indicaties

  • Allergie voor composietmateriaal
  • Gebrek aan therapietrouw (vermogen om samen te werken) bij de patiënt
  • Geen relatieve of absolute drainage mogelijk, dwz onvoldoende mogelijkheid, bijv. In geval van diepe subgingivale (tot onder de gingivarand) holte, om deze te beschermen tegen het binnendringen van speeksel

Voor de procedure

De tand moet worden voorbereid om een ​​vulling te krijgen door cariës opgraving (verwijdering van de cariës).

De procedure

Om de procedure te begrijpen, moet men eerst de structuur van het dentine (tandbeen). De gemineraliseerde harde substantie van de dentine wordt afgewisseld met 10,000 tot 50,000 met vloeistof gevulde tubuli (tubuli) per mm², die in verbinding staan ​​met de pulpa (tandpulp). De harde substantie zelf bestaat niet alleen uit de mineralen dat maakt het moeilijk, maar heeft ook een zeer fijn netwerk collageen vezels. Hechtende cementering aan dentine vereist in principe vier stappen:

  1. Conditioning
  2. Grondverf
  3. Aanbrengen van de lijm
  4. Toepassing van de composiet

1. conditionering

Conditionering is het etsen van het dentineoppervlak, wat meestal gebeurt met 35% fosforzuur​ Het zuur mag inwerken op dentine van de 2e tandstelsel gedurende 15 seconden, en op dentine van het 1e gebit (melktanden) gedurende maximaal 7 seconden. Na de inwerktijd wordt het zuur grondig met de lucht weggespoeld.water spray voor ca. 30 seconden. Het wast opgeloste harde substantie van het oppervlak en de zogenaamde smeerlaag weg. Wat overblijft is het netwerk van collageen vezels ontdaan van mineralen en de poriën van de dentinale tubuli gereinigd van de uitstrijklaag. Deze twee structuren zijn de voorwaarde voor de micromechanische verbinding die gewenst is. 2 Aanzuigen

Een zogenaamde primer bereidt het dentine en de collageen glasvezelnetwerk voor de absorptie van de monomeren, de basisbouwstenen van het harsvulmateriaal. Doorslaggevend hierbij is dat het collageennetwerk niet uitdroogt en dus bezwijkt, maar door voldoende oppervlaktevochtigheid van het dentine als een spons kan uitzetten. Alleen op deze manier kan het worden gepenetreerd door de monomeren. Als het lijmsysteem dat niet is water-gebaseerd maar aceton or alcohol-gebaseerd, moet het dentine opnieuw worden bevochtigd, dwz dentine dat na conditionering is uitgedroogd, moet selectief opnieuw worden bevochtigd met water (alleen het dentine, niet het glazuur) met een miniborstel. 3 Aanbrengen van de lijm

Het belangrijkste ingrediënt van de laagviskeuze lijm zijn de monomeren, de basisbouwstenen van het composietmateriaal. Deze dringen het collageenvezelnetwerk binnen en dringen ook oppervlakkig door in de dentinale tubuli. Na door licht geïnduceerde polymerisatie (chemische uitharding gestimuleerd door licht), worden de monomeren verknoopt tot het polymeer en dus uitgehard. Deze polymeerlaag wordt nu micromechanisch verankerd via tags (pegs) in de tubuli en in het doorgedrongen collageenvezelnetwerk. Dit composiet, dat slechts enkele micrometers dun is, wordt een hybride laag genoemd. 4 Toepassing van de composiet

De volgende stap omvat chemische binding aan de eigenlijke harsvulling door het aanbrengen van een laag dunvloeiende composiet van niet meer dan 1 mm dik, vloei genaamd, die het gehele oppervlak van de holte bekleedt en de hybride laag versterkt na lichtpolymerisatie.

Na de procedure

Dit wordt gevolgd door de plaatsing van het plug-resistente composietmateriaal met behulp van een laagtechniek.

Mogelijke complicaties

Lijmbevestigingssystemen hebben nu vele jaren van onderzoek en verdere ontwikkeling ondergaan met als doel de praktische toepassing te vergemakkelijken en tijd te besparen op de omslachtige procedure. Zo worden er van de klassieke meerflessen-systemen, waarbij elke werkstap wordt uitgevoerd met een daarmee gelijkwaardig product, tot de zogenaamde enkelfles-lijmen nogal wat varianten aangeboden. De verschillende systemen zijn verschillend gevoelig voor technologie, dat wil zeggen dat ze verschillend reageren op fouten in het proces, bijvoorbeeld:

  • Te lang conditioneren: zuur dringt te diep door
  • Te korte spoeling van het zuur: zuurresten
  • Overgedroogde dentine: collageenspons is ingestort en kan niet worden gepenetreerd
  • Dentine te nat in plaats van net bevochtigd: monomeer kan niet doordringen.
  • De hechtlaag was niet licht-gepolymeriseerd: er wordt geen vaste hybride laag gevormd
  • De lagen van de stroom of verder composiet waren niet volledig gepolymeriseerd

Het is daarom van cruciaal belang voor de behandelaar om consequent de door de fabrikant voorgeschreven procedure te volgen, omdat uitval voorgeprogrammeerd is door af te wijken van tijd- of toepassingsspecificaties. Dit uit zich in de vorm van postoperatieve overgevoeligheid, die wordt veroorzaakt door irritatie van de pulpa (tandpulp) via de dentinale tubuli. Succesvolle dentine-adhesieve composietvulling hangt af van een zorgvuldige uitvoering van de procedurele stappen.