Vetverwijdering van de dij

Introductie

Liposuctie is een esthetische chirurgische ingreep (“cosmetische chirurgie“) Waarin vetcellen uit bepaalde gebieden onder de huid worden gezogen. Onder esthetische chirurgie worden in het algemeen die ingrepen verstaan ​​die op verzoek van de patiënt worden uitgevoerd en die bedoeld zijn om het uiterlijk te veranderen. Het is een relatief recente ontwikkeling in de chirurgie, die pas sinds het einde van de 20e eeuw succesvol is en sindsdien voortdurend in ontwikkeling is.

In de tussentijd, liposuctie is een chirurgische maatregel geworden die veel wordt gebruikt. Liposuctie mag alleen worden gebruikt als hardnekkige vetophopingen ook niet strikt kunnen worden verwijderd dieet of intensieve lichamelijke activiteit. Het wordt niet gebruikt voor de behandeling van zwaarlijvigheid (zwaarlijvigheid).

Houd er altijd rekening mee dat een operatie ook bepaalde risico's met zich meebrengt. Het is ook mogelijk om het vet aan de binnenkant van de dij of op de hele dij zonder operatie. Overmatige vetophopingen kunnen op verschillende manieren voorkomen.

Veel mensen worden door hun levensstijl zwaarder door ongezond dieet of een verstoord eetpatroon en gebrek aan lichaamsbeweging. Veel vrouwen hebben problemen om het overtollige vet kwijt te raken na een zwangerschap en krijg een stevig weefsel terug. Met toenemende leeftijd, veranderingen in metabolisme en hormoon evenwicht kan leiden tot gewichtstoename.

Daarnaast speelt genetische aanleg een rol bij de verspreiding van vetweefsel en in de neiging tot gewichtsproblemen. Endocriene ziekten, dwz ziekten van het hormoon evenwicht, zoals weerstand tegen bepaalde hormonen die essentieel zijn voor Vet metabolisme, spelen ook een belangrijke rol. Vet weefsel wordt bij lipoedeem ook afgezet in de dijen.

Bepaalde medicijnen (bijvoorbeeld glucocorticoïden or neuroleptica) kan ook leiden tot gewichtstoename. Plaatsen met aanleg voor vervelende vetophopingen zijn de buik, dijen, billen, heupen en borsten. Er wordt onderscheid gemaakt tussen twee verschillende vetverdeelpatronen.

De androïde zwaarlijvigheid komt overeen met het mannelijke vetverdelingspatroon. Hier komt gewichtstoename voornamelijk voor in de buikstreek, dwz rond de buik (“buik of centraal zwaarlijvigheid​ In de volksmond wordt het ook wel "appeltype" genoemd. Het vrouwelijke vetverdelingspatroon is gynoid-obesitas met de nadruk op de heupen en dijen, ook wel perifere obesitas of "perentype" genoemd. Het quotiënt van taille- en heupomtrek wordt gebruikt om aan het ene of het andere type toe te wijzen.