Veel voorkomende ziekten | Grote adductoren (M. adductor magnus)

Veelvoorkomende ziektes

Vanwege het bovengenoemde belang voor het adductorkanaal, speelt de grote adductorspier ook een rol bij klinische beelden van dit kanaal. De grote been slagader (Arteria femoralis) lopend door het kanaal wordt vaak beïnvloed door arteriosclerotische vernauwingen of occlusies. Aangenomen wordt dat de vernauwing van het adductorkanaal een belangrijke rol speelt bij het ontstaan ​​van deze vaatziekte.

Overbelasting kan ook leiden tot de typische spierblessures zoals verrekte spieren, gescheurde spier vezels of volledige spierbreuk, vooral bij atleten. Ook kunnen (pees) irritaties optreden. Vooral voetballers klagen vaak over "Adductor-stam“, Die onder meer de grote adductoren kunnen aantasten. Voetballers lopen deze blessure vooral op bij het passen of schieten met de wreef, omdat de adductoren worden tijdens deze beweging bijzonder belast vanwege de naar buiten gedraaide positie van de been.

Versterken en strekken

Er zijn twee manieren om de binnenkant van de dij en dus de grote adductoren. De atleet staat met ongeveer de dubbele schouderbreedte (straddle step) en de toppen van de voeten wijzen naar voren. Het lichaamsgewicht wordt nu naar één kant verschoven, zodat de been aan de te rekken zijde wordt ongeveer doorgerekt, terwijl het andere been in de kniegewricht.

Het bovenlichaam moet zo recht mogelijk worden gehouden. De tweede variant doe je zittend. De zolen van beide voeten raken elkaar terwijl de knie gewrichten worden naar de vloer gedrukt.

Versterking van de grote adductorspier kan in de sportschool worden gedaan met speciale apparatuur (“adductoren machine“). Hierbij wordt het been tegen een contragewicht of weerstand naar binnen geleid. Synergisten: adductoren: Lange adductoren (M. adductor longus), korte adductoren (M. adductor brevis), kuifspier (M. pectineus), slank dij spier (M. gracilis) Antagonisten: Abductoren: Dij ligamentspanner (M. tensor fasciae latae), kleine en middelste gluteusspier (Mm.glutei minimus et medius)