Tracheale stenose bij kinderen | Tracheale vernauwing

Tracheale stenose bij kinderen

Een aangeboren tracheale stenose is zeer zeldzaam. Als het echter optreedt, gaat het meestal gepaard met verdere misvormingen en misvormingen in de slokdarm, andere delen van de luchtwegen en het skelet van het kind. Afhankelijk van de omvang en locatie van de stenose, varieert de ernst van de symptomen.

Stenosen die een vrij korte afstand afleggen, kunnen worden geopereerd. Als de aangeboren stenose echter de luchtpijp vernauwt (luchtpijp) over een langere afstand, kan tracheoplastie worden uitgevoerd. Normaal gesproken hoefijzervormig kraakbeen bretels omringen de luchtpijp van ventrale (voorkant).

Van dorsaal (rug) wordt de luchtpijp gescheiden van de slokdarm door een bindweefsel membraan. Bij kinderen met een aangeboren tracheale vernauwing, enkele van deze kraakbeen clips zijn vaak misvormd en omsluiten de hele luchtpijp (luchtpijp) als een ring van kraakbeen. Als gevolg hiervan is de luchtpijp op deze punten ernstig vernauwd.

Bij een dia-tracheoplastiek (“slip”) wordt de luchtpijp horizontaal doorgesneden in het midden van de stenose: deze is nu verdeeld in twee delen, boven en onder. Vervolgens worden de delen van de luchtpijp boven en onder de stenose (vernauwing) opengesneden. Boven de stenose wordt het aan de voorkant geopend en onder de stenose aan de achterkant: je kunt nu van voren in de luchtpijp kijken in het bovenste deel en van achteren in het onderste deel.

De twee delen zijn nu geopend zodat het deel boven de stenose alleen een voorwand heeft en het deel onder de stenose alleen een achterwand. In de volgende stap worden deze twee tracheale delen nu tegen elkaar gedrukt zodat de voorwand en de achterwand op elkaar liggen en aan elkaar genaaid kunnen worden. Dat de luchtpijp nu wat korter is, is geen probleem.

Maar het lumen (diameter) van de luchtpijp is nu aanzienlijk groter, omdat de kraakbeen Sluitingen zijn als een hoefijzer omhoog gebogen en nu vormen twee vroegere kleine ringen een enkele grote ring. Afhankelijk van het feit of er verdere misvormingen bij het kind worden vastgesteld, kunnen verdere operaties op de hart- en longen kunnen tijdens de operatie worden uitgevoerd.