Toepassingsgebied | Calcitonine

Toepassingsgebied

calcitonine wordt nog steeds gebruikt bij patiënten die lijden aan de ziekte van Paget (een aandoening van het skeletstelsel met toegenomen en ongeorganiseerde botremodellering) die niet reageren op andere behandelingsopties of voor wie behandelingsalternatieven niet geschikt zijn. Een van de redenen waarom een ​​andere behandeling niet geschikt zou zijn, is bijvoorbeeld een ernstige nierfunctiestoornis. In dit geval behandeling met calcitonine mag slechts drie maanden worden uitgevoerd.

Daarnaast, calcitonine heeft ook bewezen effectief te zijn in gevallen van hypercalciëmie, dwz een te hoge concentratie van calcium ionen, als gevolg van een kwaadaardige ziekte. Ten slotte kan calcitonine ook worden toegediend om verder verlies van botmassa te voorkomen bij patiënten die een plotselinge immobilisatie hebben doorgemaakt (tijdelijke immobilisatie van delen van het lichaam of het hele lichaam) als gevolg van een bot breuk. In dat geval mag de behandeling maximaal twee tot vier weken duren.

Aangezien er in onderzoeken aanwijzingen zijn dat het therapeutisch gebruik van calcitonine het risico op een kwaadaardige ziekte verhoogt, kan een calcitonine neusspray mag niet langer worden gebruikt voor de behandeling van postmenopauzale patiënten osteoporose, aangezien het risico groter is dan het voordeel van de behandeling (ongunstige baten-risicoverhouding). Als de behandeling met een dergelijk preparaat wordt uitgevoerd wanneer 'postmenopauzaal osteoporose”Wordt gediagnosticeerd, moet deze bij het volgende bezoek aan de dokter worden vervangen. Vanwege dit feit is de Calcitonin neusspray is van de markt gehaald.

Vanaf nu is Calcitonine alleen verkrijgbaar in de vorm van oplossingen voor infusie en injectie. Calcitonine zal worden gebruikt voor de bovengenoemde ziekten, aangezien onderzoeken hebben aangetoond dat de voordelen van een kortdurende behandeling opwegen tegen de risico's. Desondanks moet de laagst mogelijke dosis worden gekozen en moet de behandelingsperiode zo kort mogelijk worden gehouden.

Bijwerkingen

De meest voorkomende bijwerking van de toediening van Calcitonine is een plotselinge roodheid van het gezicht. Dit wordt ook wel 'doorspoelen' genoemd. Andere vaak voorkomende bijwerkingen zijn een tintelend gevoel of een warm gevoel in de ledematen.

Misselijkheid, braken en diarree kunnen een stopzetting van de therapie afdwingen. Netelroos (urticaria) met striemen op de huid kan ook optreden als bijwerking. Het effect van het therapeutische gebruik van calcitonine neemt af in de loop van een langere therapie. Bovendien verhoogt langdurige behandeling met calcitonine het risico op kanker.

Risico op kanker bij langdurig gebruik

Het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) waarschuwt voor langdurig gebruik van Calcitonine neusspray in de postmenopauze osteoporose, omdat het een beperkte werkzaamheid heeft, terwijl het schijnbaar het risico van kanker tot 2.4% in vergelijking met placebo (nepmedicijn zonder medicijn). Als gevolg hiervan werd beslist om in 2012 de intranasale preparaten (neusspray) van de markt te halen. Karil® en Miacalcic® werden van de markt gehaald.

In 2004 werd een aanvraag ingediend voor de controle van deze preparaten, aangezien twee onderzoeken hadden aangetoond dat een oraal preparaat, dat niet eens was goedgekeurd, het risico op prostaat kanker. Ondertussen kon in vervolgonderzoeken worden aangetoond dat niet alleen het permanente gebruik van het orale preparaat het risico op prostaat carcinoom, maar ook de neussprays. Dit verhoogt niet alleen het risico op prostaat kanker, maar ook van andere kwaadaardige ziekten. Voorbereidingen voor toediening in het ader blijft op de markt, aangezien de risico-batenverhouding gunstiger is.