Toediening van de chemotherapeutische middelen | Chemotherapie voor borstkanker

Toediening van de chemotherapeutische middelen

In de meeste gevallen worden de cytostatica toegediend in een ader, dwz door infusie. Op deze manier kunnen ze gemakkelijk in de bloed en dus door het hele lichaam en ook tumorcellen doden waar ze nog niet zijn ontdekt. Sommige preparaten zijn ook in tabletvorm verkrijgbaar.

Deze orale toediening heeft het voordeel dat patiënten de frequente reis naar het ziekenhuis en de invasieve procedures op de aderen worden bespaard, maar recente studies suggereren dat therapie met alleen orale cytostatica niet zo effectief is als infusietherapie. Omdat chemotherapeutica vaak medicijnen zijn die de perifere aderen sterk irriteren, krijgt de patiënt vaak een zogenaamde PORT. Een POORT is een centraal veneuze toegang die operatief kan worden geplaatst, vooral in het geval van kanker maar ook bij andere chronische ziekten.

De poort heeft een kleine kamer die onder de huid ligt en kan worden gebruikt voor snelle infusies, medicijntoediening of bloed bemonstering. Tijdens korte ziekenhuisverblijven, een normaal centrale veneuze katheter, een zogenaamde "ZVK", kan ook worden ingevoegd. Na meer dan 10 dagen is er een verhoogd risico op infectie en bevinden de verbindingen zich buiten het lichaam, waardoor het onpraktisch is voor langdurig gebruik.

Hoewel de poort moeilijker te installeren is, kan de poort meerdere jaren worden gebruikt. In uitzonderlijke gevallen mag de haven maximaal vijf jaar in het lichaam blijven. De poort kan elke keer dat de patiënt in het ziekenhuis wordt opgenomen door de huid worden geprikt en kan daarvoor worden gebruikt bloed verzameling, infusies en chemotherapie.

Doordat de poort onderhuids zit, worden complicaties verminderd. Desalniettemin kunnen in zeldzame gevallen infecties of trombose van de poort en kamer optreden. Verwondingen aan de riep of longen kunnen ook optreden wanneer de poort wordt aangebracht of verwijderd. In het algemeen zorgt de poortinstallatie er echter voor dat een snelle en goede veneuze toegang altijd mogelijk is en dat medicijnen gemakkelijk en veilig kunnen worden toegediend in noodsituaties of tijdens chemotherapie.

Bijwerkingen van chemotherapie

Bijwerkingen van chemotherapie zijn talrijk en gevarieerd, maar kunnen nu relatief goed worden gecontroleerd door verschillende medicijnen. Omdat cytostatica niet volledig specifiek zijn voor tumorcellen, beschadigen ze altijd het eigen weefsel van het lichaam, met name de cellen die zich snel delen, net als kanker cellen. Waaronder haar cellen, waar patiënten last van hebben haaruitval; cellen van het maagdarmkanaal, die vaak leiden tot misselijkheid, diarree en braken; en cellen van het afweersysteem van het lichaam, waardoor patiënten vatbaarder worden voor infecties.

Als preventieve maatregel een medicijn tegen braken en misselijkheid wordt altijd gegeven, zoals ondansetron. Daarnaast zijn er niet-specifieke klachten, zoals gebrek aan concentratie, vermoeidheid en uitputting of verlies van eetlust. Deze bijwerkingen kunnen direct na de therapie of dagen of maanden later optreden en zijn meestal slechts tijdelijk.

Of en zo ja, welke bijwerkingen optreden, verschilt van patiënt tot patiënt en is van tevoren moeilijk te voorspellen. . Haaruitval is een bijwerking die bij bijna alle chemotherapieën te verwachten is.

Echter, haaruitval laat ook zien dat de chemotherapie effectief is. De meeste geneesmiddelen voor chemotherapie zijn gericht tegen cellen die zich snel delen en vermenigvuldigen. In aanvulling op kanker cellen, die vaak bijzonder snel groeien als gevolg van defecten in de celdeling, haar wortelcellen worden ook aangetast. Bloedvormende cellen en immuuncellen kunnen ook worden aangetast, omdat ze zich net zo snel delen. Na behandeling, de haar wortelcellen herstellen en de normale haargroei keert terug.