Therapie | Tertiaire bijnierschorsinsufficiëntie

Therapie

De behandeling van de tertiaire vorm van bijnierschorsinsufficiëntie is hetzelfde als voor primaire en secundaire vormen, met toediening van cortisol. De hoeveelheid cortisol moet ook worden aangepast aan de fysieke belasting, dat wil zeggen dat het cortisol in bepaalde situaties die het lichaam onder druk zetten in hogere doses moet worden toegediend. Deze omvatten bijvoorbeeld koorts, hoge fysieke eisen als gevolg van sport, trauma, ernstige stress, enz. Bij vrouwen kan de toediening van een steroïdhormoon ook nodig zijn. Dit is een substraat voor oestrogeen en testosteron productie en kan worden ingenomen door getroffen vrouwen, vooral als ze het seksuele verlangen verliezen.

Prognose van tertiaire bijnierschorsinsufficiëntie

Tertiaire bijnierinsufficiëntie is over het algemeen goed te behandelen. De hernieuwde toediening van cortisol compenseert het tekort aan cortisol en de symptomen verdwijnen meestal weer snel. Het weefselverlies in de hypofyse, dat eerder werd veroorzaakt door langdurige therapie met cortisol vooraf, blijft. Net als bij secundaire bijnierinsufficiëntie, de hypofyse kan zich dan niet meer goed afscheiden ACTH en bijgevolg vindt er geen productie van cortisol plaats in de bijnierschors. Getroffenen zijn dus nog steeds afhankelijk van therapie met cortisol, omdat hun eigen lichaam zijn functie niet meer goed kan vervullen.

Verloop van de ziekte

De symptomen kunnen goed worden verlicht door een reguliere cortisoltherapie. Genezing van tertiaire bijnierinsufficiëntie is echter niet mogelijk. De inname van cortisol of de hoeveelheid cortisol moet door de getroffenen worden aangepast aan specifieke situaties. Bijvoorbeeld een verkoudheid bij koortsernstige stress of intense lichamelijke activiteit. Een verhoogde inname in deze levenssituaties is vooral belangrijk om complicaties te voorkomen, vooral de Addison-crisis​ Dit kan zich uiten in bijnierinsufficiëntie door een ernstig tekort aan cortisol en vereist onmiddellijke medische behandeling.

Verschil met primaire bijnierschorsinsufficiëntie

Bij primaire bijnierschorsinsufficiëntie wordt het functieverlies meestal veroorzaakt door een adrenaline-reactie van het lichaam. Het lichaam vernietigt het weefsel van de bijnierschors door verkeerd gerichte processen. Dit staat ook bekend als auto-immuunadrenalitis.

De functie van de bijnierschors is verstoord en de hormoonproductie mislukt. Naast cortisol- en androgeentekort vindt ook de productie van een ander hormoon, aldosteron, geen plaats. Dit heeft vooral invloed op het water en zout evenwicht van het lichaam.

De symptomen van primaire en tertiaire hypofunctie lijken erg op elkaar, op enkele subpunten na. In tegenstelling tot de tertiaire vorm, is een donkere verkleuring van de huid typisch bij primaire insufficiëntie. Bovendien kan de primaire vorm een ​​lage natrium niveau en een verhoogd kalium niveau in de bloed vanwege de betrokken aldosteron-deficiëntie.