Rhabdomyosarcoom-therapie

Alle informatie die hier wordt gegeven is van algemene aard, een tumortherapie hoort altijd in de handen van een ervaren oncoloog!

Hoe wordt rabdomyosarcoom behandeld?

De therapie is altijd individueel gericht en daarom primair afhankelijk van het stadium van de ziekte dat wordt vastgesteld. Het varieert van radicale chirurgie tot adjuvans chemotherapie or radiotherapie. In de regel zijn de afzonderlijke componenten: chemotherapie (= de kanker cellen met medicijnen), radiotherapie (= het doden van de kankercellen met hoge dosis Röntgenstraal straling, eventueel ook met andere hoogenergetische straling) en chirurgie worden met elkaar gecombineerd.

radiotherapie wordt gebruikt om te doden of de grootte van kanker cellen. Dit is het therapeutisch gebruik van hoogenergetische straling, die ofwel mechanisch van buitenaf kan worden toegediend (= externe bestralingstherapie) of door deze in het zieke gebied in te brengen (= interne bestralingstherapie). In het kader van interne bestralingstherapie worden zogenaamde radio-isotopen in het zieke gebied geïntroduceerd.

Ze handelen lokaal ter plaatse. De chemotherapie is bedoeld om de kanker cellen met medicatie. De manier waarop chemotherapie wordt uitgevoerd kan variëren (tabletten, neus- of spierinjecties).

Via de bloedbaan bereiken de medicijnen uiteindelijk het hele lichaam, zodat kankercellen in principe door het hele lichaam kunnen worden bestreden. Vanuit medisch oogpunt wordt dit een zogenaamde “systemische therapie” genoemd. De meest voorkomende vorm van behandeling voor rabdomyosarcoom is een operatie.

Hierbij wordt zowel tumorweefsel als omliggend 'gezond' weefsel verwijderd. Bij recidiverend rhabsomyosarcoom (hernieuwde groei van de verwijderde tumor) is de behandeling weer afhankelijk van de locatie van het recidief, volgens de hierboven gegeven uitleg. In de context van een herhalingsbehandeling speelt echter ook de voorgeschiedenis een rol.

Dit betekent dat de nieuwe behandeling afhankelijk is van de eerste behandeling. De behandelende arts beslist welke vorm van behandeling kan worden overwogen. Alleen hij kan gedetailleerde informatie verzamelen en de voor- en nadelen van specifieke behandelingen afwegen.

  • Hoeveel kankerweefsel werd verwijderd tijdens een oeratieve behandeling?
  • Heeft er straling plaatsgevonden?
  • Implementatie van chemotherapie?