Therapie | Allergie voor bijengif

Therapie

De behandeling van een allergie voor bijengif is verdeeld in verschillende secties. Enerzijds is de puur symptomatische behandeling van het grootste belang, anderzijds dienen bepaalde preventieve maatregelen (profylactische maatregelen) te worden genomen om het optreden van een dergelijke aandoening te voorkomen. allergische reactie veroorzaakt door het bijengif. Om de symptomen van een allergie voor bijengif (jeuk, huiduitslag, zwelling van luchtwegen) worden zogenaamde anti-allergene middelen gebruikt.

Deze groep medicijnen kan in verschillende vormen worden toegediend. Er zijn verschillende zalven en crèmesdruppels, tabletten en neussprays om de effecten van blootstelling aan allergenen te verminderen. Waarschijnlijk het belangrijkste punt bij een effectieve therapie is het voorkomen van een allergische aanval (profylaxe).

Daarom moeten maatregelen worden genomen om ofwel de ontwikkeling van een allergie vanaf het begin te voorkomen, ofwel het optreden van overmatige lichaamsreacties op het allergeen te voorkomen. De preventieve maatregelen zijn onderverdeeld in primaire en secundaire profylaxe. Hierover meer:

  • Behandeling van een allergie
  • Deze medicijnen helpen bij allergieën

De term "primaire profylaxe" verwijst naar die maatregelen die ervoor zorgen dat het organisme in de eerste plaats geen allergie voor een vreemde stof ontwikkelt.

Het vermijden van contact met allergenen is momenteel de beste en meest effectieve manier van primaire profylaxe. Aangezien het volledig vermijden van contact met allergene stoffen echter nauwelijks haalbaar is, is het voldoende om bepaalde situaties en vreemde stoffen te vermijden. Daarnaast hebben verschillende onderzoeken aangetoond dat kinderen die minimaal de eerste vier levensmaanden borstvoeding hebben gekregen, significant minder vatbaar zijn voor het ontwikkelen van een allergie.

Dit onderwerp is wellicht ook interessant voor u: Allergiediagnostiek De 'secundaire profylaxe' omvat alle maatregelen die worden gebruikt om het optreden van de typische allergie symptomen of om de tekenen van een allergische reactie. Ook hier is het vermijden van allergeencontact (allergeen-afwezigheid) van doorslaggevend belang. Dit is vooral belangrijk omdat meervoudig contact met een allergene vreemde stof de concentratie van antilichamen van de IgE-klasse sterk stijgen en de immuunrespons op elk verder contact is overeenkomstig sterker.

In de zogenaamde hyposensibilisatie (minder gevoelig maken) voor bijengif, wordt de patiënt gedurende een langere tijd blootgesteld aan verschillende doses van de allergene vreemde stof (bijengif). In veel gevallen gebruikt de behandelende arts niet het eigenlijke allergeen bijengif, maar een vreemde substantie (allergoïde) vergelijkbaar met het allergeen, maar aangepast. Dit allergoïde kan direct onder de huid worden geïnjecteerd of in druppelvorm op het slijmvlies worden aangebracht. Hyposensibilisatie tegen bijengif voorkomt op lange termijn een overmatige reactie van de immuunsysteem aan het eigenlijke allergeen.