Springende vinger

Een springen of snel vinger (Latijnse digitus saltans) is een glijdende aandoening van de pezen van de hand. De termen tendovaginosis of tendovaginitis stenosans worden als synoniemen gebruikt. Het is genoemd naar het symptomatische springen van de vinger wanneer je het probeert uit te rekken.

In dit geval, de vinger raakt eerst vast in de buigende positie en gaat dan, na het overwinnen van de blokkade, naar voren. De ziekte treft vrouwen vaker dan mannen, met een piek in de leeftijd boven de 60 jaar. Zelden echter een aangeboren verdikking van de vinger pezen kan bij kinderen symptomatisch worden als een springende vinger.

De duim wordt het vaakst aangetast, aangezien dit het lichaamsdeel is dat het meest wordt blootgesteld aan dagelijks gebruik. De wijs- en middelvinger worden echter ook vaak aangetast als de lange vinger; in principe kan elke vinger worden aangetast. Het is ook mogelijk en niet ongebruikelijk dat meerdere vingers worden aangetast, soms op verschillende tijdstippen. Als uw duim is aangetast, raden we ons speciale onderwerp aan: snelle duim

Symptomen

Vaak manifesteert de ziekte zich eerst door niet-specifiek pijn of gevoelens van spanning in de aangedane vinger. Pijn in de handpalm kan een ruk aan de buiten- of binnenkant van een vinger of af en toe een vingerknip een voorbode zijn van een springende vinger en moet serieus worden genomen. Een bezoek aan een arts is daarom in ieder geval aan te raden, zeker als de klachten aanhouden.

Het typische springen van de vinger wordt vaak pas in een later stadium duidelijk. De gestrekte vinger kan in dit ziektebeeld niet gebogen worden, de patiënt voelt de beweging geblokkeerd doordat de verdikte pees de ringband (ligamentum anulare) niet kan passeren. Het is dus een zogenaamde ringbandstenose (vernauwing).

Als er meer kracht wordt uitgeoefend, wordt er steeds meer een merkbare spanning opgebouwd. Als de uitgeoefende kracht voldoende is, overwint de verdikte pees het ringband en treedt een schokkerige buiging van de aangedane vinger op. Het is cruciaal dat dit fenomeen meestal kan worden gereproduceerd.

Voor veel patiënten is het springen van de vinger pijnlijk, maar voor anderen niet. Bij sommige patiënten kan een verdikte peesknoop onder de huid glijdend worden gepalpeerd tijdens het buigen of stretching de aangedane vinger. In sommige gevallen kan de peesknoop verder opzwellen, waardoor de vinger bevriest in de gebogen of gestrekte positie en zelfs bij maximale inspanning niet terugkeert naar zijn oorspronkelijke positie.

Dit fenomeen wordt ook wel een beknelde vinger genoemd en kan zichzelf gedeeltelijk loslaten. Als dit echter niet het geval is, is een snelle chirurgische ingreep vereist. De ringband is gespleten, wat op lange termijn onomkeerbare functionele beperkingen van de vinger voorkomt.