Rugpijn: test en diagnose

De diagnose wordt meestal gesteld op basis van geschiedenis en fysiek onderzoek alleen. Alleen in aanwezigheid van specifieke vermoedelijke diagnoses (zoals tumor ziekten of infecties) is laboratorium diagnostiek noodzakelijk.

Als er waarschuwingssignalen ("rode vlaggen") aanwezig zijn, moeten verdere beeldvorming of laboratoriumtests en / of verwijzing naar specialistische zorg worden gestart, afhankelijk van de vermoedelijke diagnose en urgentie.

Laboratoriumparameters van de 2e orde - afhankelijk van de resultaten van de geschiedenis, fysiek onderzoek, enz. - voor differentiële diagnostische verduidelijking.

  • Klein aantal bloedcellen
  • Ontstekingsparameters - CRP (C-reactief proteïne) of ESR (bezinkingssnelheid van erytrocyten).
  • Urine-onderzoek - teststrips, urinesediment, urinecultuur (bacteriologie: pathogeen, resistogram).
  • Alkalische fosfatase (AP) iso-enzymen, ostase, urine calcium (tumorhypercalciëmie (synoniem: tumor-geïnduceerde hypercalciëmie (calciumoverschot), TIH) is een van de meest voorkomende symptomen bij paraneoplastische syndromen), PTHrP (hormoon van de bijschildklieren-gerelateerd eiwit; de constellatie met verlaagd bijschildklierhormoon (PTH) en verhoogd PTHrP is typisch voor tumorhypercalciëmie) - als bot metastasen worden vermoed.
  • Deoxypyridinoline (DPD) - is> 98% botspecifiek - een goede index van botresorptiesnelheid (verhoogd in: peri- en postmenopauzale osteoporose (vroege detectie mogelijk met nog normale botdensitometrie); bot metastasen; plasmocytoom (multipel myeloom); de ziekte van Paget; primair hyperparathyroïdie (hyperfunctie van de bijschildklier).
  • Tumormerkers: CEA (carcino-embryonaal antigeen), TPA (weefselpolypeptide-antigeen); PSA (prostaat-specifiek antigeen).
  • Serumelektroforese - als multipel myeloom (plasmocytoom) wordt vermoed.