Perimetrie: behandeling, effect en risico's

Perimetrie omvat verschillende oogheelkundige procedures die dienen om zowel gezichtsveldgrenzen als gevoeligheden van het visuele systeem te bepalen en die in het bijzonder een rol spelen bij de geschiktheid testen van beroepsgroepen zoals piloten. Bij elke perimetrieprocedure bedekt de onderzochte persoon één oog en fixeert hij een specifiek punt in de ruimte met het open oog. In de loop van het onderzoek verschijnen op steeds verschillende punten in de ruimte verschillende lichtprikkels die de onderzochte persoon wel of niet kan waarnemen. Perimetrische methoden kunnen worden onderverdeeld in kinetische en statische methoden; bij kinetische methoden verplaatsen de lichtprikkels zich van het perifere gezichtsveld van de patiënt naar het midden van het gezichtsveld, terwijl ze bij statische methoden elk statisch op één locatie worden gepresenteerd en alleen in intensiteit veranderen.

Wat is perimetrie?

Perimetrie is de oogartsSystematische meting van het gezichtsveld. In elke perimetrie bedekt de onderzochte persoon één oog en fixeert hij een specifiek punt in de ruimte met het open oog. Door perimetrie, de oogarts begrijpt een systematische gezichtsveldmeting waarbij de buiten- en binnengrenzen van het gezichtsveld evenals de gevoeligheden van het visuele systeem worden bepaald met een omtrek en lichtprikkels. Verschillende individuele methoden vallen binnen het bereik van perimetrie. Een fundamenteel onderscheid is tussen kinetische en statische onderzoeksmethoden. Trouwens vinger perimetrie, contourperimetrie en drempelperimetrie behoren tot de bekendste methoden. De eerste methode is de snelste en eenvoudigste vorm van perimetrie. Hoewel perimetrische procedures in het begin niet geautomatiseerd waren, worden ze tegenwoordig steeds meer machinaal bestuurd. Hans Goldmann begon met het ontwikkelen van een kinetische omtrek met dit doel voor ogen al in 1945. Ongeveer 30 jaar later ontwikkelde Franz Fankhauser een systeem dat later de eerste computergestuurde en statische omtrek werd.

Functie, effect en doelen

Perimetrie speelt vooral een rol bij geschiktheid testen. In dit opzicht is het toepassingsgebied vooral de vlucht geschiktheid testen van piloten. Perimetrische methoden worden echter ook gebruikt om visuele defecten te diagnosticeren, omdat ze kunnen worden gebruikt om te onderscheiden of een visueel defect verband houdt met de hersenen of de optische zenuw​ Om deze reden zijn perimetrische methoden de standaard geworden voor het diagnosticeren van oogziekten zoals glaucoma​ De afzonderlijke stappen van de procedure zijn afhankelijk van de gebruikte methode. Uiteindelijk worden in de loop van elke perimetrische methode echter na elkaar optische stimuli gegeven, die elk op verschillende punten in de ruimte verschijnen. Er wordt altijd één oog onderzocht. Het andere oog blijft bedekt en komt pas aan de beurt als het onderzoek van het eerste oog is afgerond. Tijdens het onderzoek documenteert de arts de perceptie van de patiënt van de stimulus en registreert hij de individuele waarnemingsgegevens, elk afhankelijk van de locatie en intensiteit van de stimulus die verscheen. Het oog moet statisch blijven tijdens het perimetrisch onderzoek, dwz de patiënt wordt gevraagd zich te fixeren op een enkel punt in de ruimte, waar hij tijdens de hele procedure zijn ogen niet vanaf haalt. Uit de opnames maakt de arts een systematisch gezichtsveldbeeld, dat hij uiteindelijk vergelijkt met een standaard gezichtsveld. De verschillen tussen de bovengenoemde individuele procedures zitten vooral in de inspanning. In de parelleltest, ook wel vinger perimetrie, bijvoorbeeld, de arts en de patiënt zitten tegenover elkaar en kijken elkaar aan. De arts brengt een object uit het perifere gezichtsveld in het centrale gezichtsveld en vergelijkt zijn eigen waarneming met de waarneming van de patiënt. Bij statische perimetrie daarentegen zit de onderzochte persoon voor een scherm en fixeert hij met het open oog een lichtpunt op het midden van het scherm. Tijdens het onderzoek toont het scherm op verschillende plaatsen lichtpuntjes, die de examinandus met een druk op de knop markeert als waargenomen. Als de patiënt geen stimulus heeft waargenomen, verhoogt het systeem de stimulusintensiteit. Als dit niet het geval is leiden om het gewenste resultaat te bereiken, verandert de omtrek de locatie van de ingebrachte stimulus. Deze procedure duurt ongeveer tien tot twintig minuten voor elk oog. Aan het einde evalueert de arts de op deze manier geregistreerde gegevens en vergelijkt het resultaat met een standaardbevinding. Anders dan bij deze statische methode bewegen de lichtpunten in kinetische perimetrie van de periferie naar het centrale gezichtsveld van de patiënt. Het systeem daardoor maatregelen het tijdstip van waaruit de patiënt ze kan zien. Beide vinger en contourperimetrie behoren tot de kinetische methoden. Drempelperimetrie daarentegen, die alleen kan worden uitgevoerd met een hightech elektronisch apparaat, behoort tot de statische methoden.

Risico's, bijwerkingen en gevaren

De resultaten van perimetrie zijn sterk afhankelijk van de medewerking van de onderzochte persoon. Perimetrische procedures zijn dus geen absoluut objectieve procedures en leveren soms twijfelachtige resultaten op bij patiënten die niet willen meewerken. De perimetrie van een kind kan bijvoorbeeld onbetrouwbaarder zijn dan dezelfde procedure bij een volwassen examinandus. Voor de patiënt brengen perimetrische procedures geen risico's of bijwerkingen met zich mee, aangezien alle methoden niet-invasief zijn. Omdat perimetrische onderzoeken echter absoluut vereist zijn concentratie, ervaren sommige patiënten het onderzoek als buitengewoon inspannend en soms veel langer dan het in werkelijkheid duurt. Ondanks dit subjectieve gevoel vraagt ​​met name de vingerperimetrie weinig inspanning en wordt deze als een bijzonder eenvoudige en tijdbesparende onderzoeksmethode beschouwd. Over het algemeen passen artsen kinetische perimetrie nu echter aanzienlijk minder vaak toe dan statische procedures.