Oefeningen | Postisometrische ontspanning

Oefeningen

Postisometrisch ontspanning kan op bijna alle spieren worden uitgevoerd. Het is bijzonder geschikt voor de gewrichten van de extremiteiten. Postisometrisch Ontspanning kan ook goed worden uitgevoerd op de hoofd en cervicale wervelkolom, vooral in gevallen van nek spanning.

Dit is in de regel een therapeutische techniek. De therapeut stelt de weerstand en het commando voor isometrische spanning in en rekt vervolgens passief de gespannen spier tijdens ontspanning​ Vooral bij acute pijn en in stretching in het algemeen kan het erg handig zijn als er geen actieve bewegingen hoeven te worden uitgevoerd, omdat dit leidt tot tegen-spanningen.

Een blessure aan de elleboog resulteert bijvoorbeeld vaak in reactieve hypertonie - een beschermende spanning in de elleboogbuiger, de biceps. Om te solliciteren postisometrische ontspanning hier wordt nu naar een gunstige uitgangspositie gezocht. De rugligging is geschikt, de bovenarm moet worden ondersteund om een ​​ontspannen startpositie te garanderen.

De arm wordt nu licht in de elleboogverlenging bewogen stretching gevoel treedt op. Nu plaatst de therapeut een weerstand in de richting van de elleboogflexie en vraagt ​​de patiënt de houding tegen de weerstand aan te houden. De biceps wordt daarbij gespannen.

De spanning wordt ongeveer 10 seconden vastgehouden. De handen van de therapeut moeten ook op de biceps worden geplaatst om een ​​extra tactiele prikkel te geven. De spanning wordt gevolgd door ontspanning. De therapeut vraagt ​​de patiënt nu om de spanning los te laten en beweegt vervolgens de arm zo ver mogelijk passief in extensie.

Het bewegingsbereik is uitgeput zodra pijn optreedt of de biceps wordt gespannen tegen beweging. Vervolgens wordt de positie weer vastgehouden en wordt een tweede spanning aangebracht aan het nieuwe einde van de beweging. Na 10 seconden wordt ook de ontspanning weer op gang gebracht en stretching begint.

Deze cyclus wordt herhaald totdat de elleboog niet verder kan worden gestrekt. Nu is het nuttig om de triceps, dat wil zeggen de antagonist van de bizpe, te versterken, zodat de patiënt de nieuw verworven positie alleen kan behouden. Allereerst wordt de patiënt aan het einde van de nieuwe beweging gevraagd om de positie direct na het laatste stuk zelfstandig vast te houden.

Om dit te doen, plaatst de therapeut nu zijn handen op de triceps, als tactiel hulpmiddel voor de patiënt, die de patiënt nu moet spannen. Vaak is het erg moeilijk om de nieuwe positie vast te houden en gaat een deel van het bewegingsbereik verloren. Toch is het belangrijk om de triceps te activeren.

Als de patiënt een actieve houding kan aannemen, kan een lichte weerstand worden ingesteld en wordt de patiënt gevraagd om langzaam terug te duwen in de flexie. De triceps houdt nu de spanning vast en moet het bewegingsbereik langzaam loslaten - het strekt zich dus onder spanning uit. Deze vorm van training wordt excentriciteit genoemd en is bijzonder moeilijk voor gespannen, zwakke of functioneel hypotone spieren.

De weerstand is dan ook eenvoudig in te stellen. Actieve beweging van de elleboog over het gehele bewegingsbereik kan de spanningssituatie verder normaliseren de bovenarm en zorg voor de nieuwe mobiliteit. Er moet voor worden gezorgd dat de biceps niet in een gespannen toestand wordt gebracht door krachtige training met weerstanden.

Postisometrische ontspanning kan ook alleen worden uitgevoerd. Dit is vooral effectief bij spanning in de laterale schouder nek Oppervlakte. Als de patiënt pijnlijke spanning voelt, bijvoorbeeld aan de rechterkant van de nek, Postisometrische ontspanning kan gewoonlijk snelle verlichting bewerkstelligen.

De patiënt zit rechtop op een stoel en legt nu zijn rechterhand tegen zijn rechterwang. Hij bouwt zonder enige beweging spanning op tegen zijn rechterhand. Het is een lichte weerstand, de cervicale wervelkolom is gevoelig!

De spanning wordt ongeveer 10 seconden vastgehouden en vervolgens losgelaten. Het strekken is moeilijk uit te voeren, omdat met toenemende neiging of zelfs de hoofd het wordt moeilijker om voldoende weerstand te bieden. Dus de cyclus van spanning en ontspanning wordt rechtop uitgevoerd en vervolgens uitgerekt.

Bij de roterende beweging is het gemakkelijker om weerstand te geven aan het einde van de beweging. Hier kan de nieuw bereikte mate van beweging goed worden gecontroleerd. De patiënt herinnert zich het laatste punt dat hij nog kan zien vanuit een rechtopstaande positie wanneer hij de zijne draait hoofd opzij en voert vervolgens de postisometrische relaxatie uit.

Het standpunt zou nu steeds meer naar achteren moeten verschuiven. Er zijn meer oefeningen voor postisometrische ontspanning en verschillende startposities. In principe kan de techniek op elke spier worden uitgevoerd.

Belangrijk is dat spannen tegen een weerstand is toegestaan. Door de arts voorgeschreven bewegingsbeperkingen moeten natuurlijk ook in acht worden genomen. Voor meer informatie over schouder en nek pijnzie hiervoor de pagina Oefeningen tegen schouder- en nekpijn en rekoefeningen.