Onderuitdaging op school | Kenmerken van hoogbegaafdheid

Onderuitdaging op school

Hoogbegaafde kinderen leren sneller en beter dan hun klasgenoten, maar zullen zich ook veel meer vervelen als het schooltempo te laag is. Bovendien kunnen velen van hen hun speciale vaardigheden alleen echt gebruiken op gebieden die ze leuk vinden. Voor veelvuldig herhalen en oefenen, zoals nodig is voor normale studenten, hebben ze meestal geen geduld en is de frustratiedrempel laag.

Dus als ze niet naar een geschikte school gaan die aan hun individuele behoeften kan voldoen, verliezen de hoogbegaafde kinderen hun interesse in lesgeven en concentreren ze zich liever op hun eigen gedachten en dwalen af. Dit betekent dat ze zich van veel van de stof niet bewust zijn, het contact verliezen en op een gegeven moment niet meer begrijpen waar het allemaal over gaat. Het resultaat is dat ze slechte cijfers schrijven en ondermaats presteren, ook al zijn ze eigenlijk tot meer in staat dan hun klasgenoten. Uiteindelijk leidt deze onderuitdaging tot het verlies van de aanvankelijke vreugde van leren en de kinderen worden op een bepaald punt in hun dagelijkse schoolleven eerder overbelast dan onderbelast. Speciale scholen en internaten lossen dit probleem op door middel van kleine klassen, individuele begeleiding en een aangepast leren tempo waarmee de kinderen hun potentieel kunnen waarmaken.

Hoe herken je hoogbegaafdheid op de kleuterschool?

In kleuterschool, hoeven de kinderen geen veeleisende taken uit te voeren zoals op school, dus het is niet gemakkelijk om erachter te komen dat ze zeer intelligent zijn. Hoogbegaafde kinderen ontwikkelen zich echter veel sneller dan hun leeftijdsgenoten. Ze tonen vaak een gedifferentieerde taal, een grote interesse in de omgeving en stellen uitdagende vragen. Ze lopen daardoor voor op hun leeftijd, kunnen vaak beter opschieten met oudere kinderen en hebben mogelijk problemen met het contact met hun leeftijdsgenoten. Sommigen brengen zichzelf zelfstandig

Welke tests zijn beschikbaar voor hoogbegaafdheid?

Een IQ van 130 punten of hoger wordt per definitie als hoogbegaafd beschouwd. De IQ-test is daarom voor de meeste mensen de eerste manier om een ​​hoge aanleg vast te stellen. Deze testen worden aangeboden door verschillende officiële instanties en meten het zogenaamde “intelligentiequotiënt”, dat de eigen prestatie op de test relateert aan een voldoende grote vergelijkingsgroep van dezelfde leeftijd.

Intelligentie als zodanig kan dus niet worden gemeten, maar alleen vergeleken met de normale populatie en de getrokken conclusies. Een nadeel van de IQ-test is dat deze niet alle aspecten van intelligentie kan omvatten. Het test bijvoorbeeld logisch deductief redeneren en vergelijkbare vaardigheden, maar geen creatieve talenten, die ook een facet van intelligentie zijn. Daarom is er, naast de IQ-test, een groot aantal meer specifieke intelligentietests die kleinere deelgebieden van cognitieve prestaties bestrijken en worden gebruikt wanneer een hoge aanleg verder moet worden gedifferentieerd of de IQ-test onverwacht slecht is gebleken. Welke tests precies hiervoor worden gebruikt, is afhankelijk van de leeftijd en individuele aanleg van de te testen persoon en wordt bepaald door de examinator.