Nazorg | Behandeling van een lipoom

Nazorg

Bij een ongecompliceerde ingreep, onder normale omstandigheden, dwz bij kleine oppervlakkige lipomen, is geen specifieke nazorg nodig. De operatie wordt veelal poliklinisch uitgevoerd waardoor de patiënt praktisch direct naar huis kan en volledig functioneel is. Als de operatie echter een grote ingreep was, vooral als het lipoom werd aangevoerd via een grotere vaatsteel, wat voorkomen moest worden en nu het risico van postoperatieve bloeding met zich meebrengt, de chirurg mag zichzelf niet direct na de operatie te zwaar belasten en eventueel een drukverband of nog sterkere compressie krijgen. Een nadeel van lipoom chirurgie houdt in dat er vaak littekens achterblijven na het verwijderen van de lipoom, aangezien de incisie in het onderhuidse is gemaakt vetweefsel (of zelfs dieper) Deze kunnen soms nog opvallender zijn dan het origineel lipoom, wat vaak een grote teleurstelling is, vooral voor die patiënten die om cosmetische redenen hebben ingestemd met een operatie. Het is daarom essentieel om hen hiervan vooraf op de hoogte te stellen.

Liposuctie voor een ganglion

Een andere mogelijkheid voor de behandeling van een lipoom is liposuctie. Deze wat nieuwere procedure wordt voornamelijk gebruikt voor grotere lipomen (groter dan 4 cm), die een zachte consistentie hebben. Liposuctie is nauwelijks veelbelovend voor lipomen met een hogere bindweefsel percentage, die daarom grover zijn.

Deze methode wordt ook niet aanbevolen voor lipomen aan de hand of arm, omdat het risico bestaat zenuwschade Is te hoog. De canules die nodig zijn voor liposuctie worden via zeer kleine huidincisies in het lichaam ingebracht, waarna liposuctie kan plaatsvinden. Inmiddels is deze procedure verder ontwikkeld zodat het mogelijk is om nog grotere onderhuidse lipomen te verwijderen zonder een deuk daarna onder de huid.

Een ander voordeel is dat er slechts zeer kleine littekens overblijven. Deze methode heeft echter twee doorslaggevende nadelen: Ten eerste is het vaak niet eenvoudig om de lipoom volledig te verwijderen met liposuctie. Als echter alleen individuele cellen van de vettumor in het lichaam achterblijven, vergroot dit de kans op een recidief van de tumor (= tumorrecidief), wat in principe ook optreedt na een operatie, maar hier veel lager is. Ten tweede worden de cellen meestal mechanisch ernstig beschadigd door de zuigkracht, wat in het begin niet echt slecht is. Als ze echter aan histologisch onderzoek moeten worden onderworpen om een liposarcoomontstaat er een probleem voor de patholoog omdat er nog maar een paar intacte cellen over zijn die voor een evaluatie kunnen worden gebruikt en deze zien er dan soms zo veranderd uit dat ze nauwelijks als representatief kunnen worden beschouwd voor het eigenlijke tumorweefsel.