Hoe doe ik een transtibiale prothese correct om? | Onderbeenprothese

Hoe doe ik een transtibiale prothese correct om?

In de loop van de revalidatiebehandeling leren de patiënten omgaan met hun onderbuik been prothese en hoe u de prothese op de juiste manier aanbrengt samen met de verantwoordelijke orthopedisch technicus. Over het algemeen hangt de juiste pasvorm af van het type prothese. Vooral prothesen met een vacuümsysteem kunnen snel en eenvoudig worden aangebracht.

Bij het omdoen van de prothese is het belangrijk ervoor te zorgen dat de koker goed is aangesloten op de stronk van de been, waardoor een veilige verbinding tussen de persoon en de prothese wordt verzekerd. In de meeste gevallen is de toepassing van een zogenaamde liner ingeburgerd. Dit is een soort siliconenkous die over de stronk wordt getrokken voordat de prothese wordt aangetrokken.

De voering voorkomt het vormen van drukpunten en zorgt ervoor dat de prothesekoker stevig op de been. Meteen na de amputatie Tijdens de eerste behandeling moet de patiënt samen met de verantwoordelijke prothesist oefenen met het aanbrengen van de prothese. Na verloop van tijd leren patiënten echter snel hoe ze de onderbeen vervanging en kan een zelfstandig leven leiden. Het volgende artikel kan ook interessant voor u zijn: prothetische aanpassing

Mag ik autorijden met een transtibiale prothese?

Zelfs met een onderbeen prothese kunnen patiënten autorijden. Afhankelijk van welke kant het amputatie is uitgevoerd, moet de auto dienovereenkomstig worden afgesteld. Personen die links een beenprothese dragen, kunnen gewoon rijden met een automaat, terwijl geamputeerden rechts de mogelijkheid hebben om de auto speciaal aan te passen.

In dit geval wordt het gaspedaal naar links bewogen wanneer de automatische versnellingen worden ingeschakeld. Een amputatie is dus geen reden waarom mensen met een beenprothese niet meer kunnen autorijden. De behandelende arts kan de patiënt doorverwijzen naar plaatsen (bijv. rijscholen, TÜV of sociale diensten) die hulp verlenen en de patiënt informeren over de mogelijkheden.