Gordelroosbehandeling: medicijnen en huismiddeltjes

Hoe wordt gordelroos behandeld?

Een remedie voor gordelroos is mogelijk zodra de infectie met het varicella zoster-virus is verdwenen. Er zijn verschillende benaderingen voor de behandeling van gordelroos. Sommige pakken de uitslag aan, andere pakken de pijn aan, en weer andere pakken de oorzaak aan: ze helpen het virus uit het lichaam te verdrijven. Dit kan de genezingstijd verkorten.

Welke huismiddeltjes kunnen helpen?

De behandeling van gordelroos behoort in professionele handen. Naast de behandeling door de arts gebruiken sommige mensen huismiddeltjes, bijvoorbeeld om de klachten te verlichten. Velen vinden verkoelende, vochtige kompressen verzachtend als er al blaren zijn gevormd. Ze helpen soms tegen klachten als pijn en jeuk.

Honing, duindoorn of natuurlijke yoghurt worden ook af en toe gebruikt om de onaangename jeuk veroorzaakt door gordelroos te verzachten.

Huismiddeltjes hebben hun grenzen. Als de klachten langdurig aanhouden, niet verbeteren of zelfs verergeren, dient u altijd een arts te raadplegen.

Wat verlicht de pijn?

De acute pijn van gordelroos kan worden verlicht met pijnstillers. Soms zijn matig effectieve medicijnen zoals paracetamol of acetylsalicylzuur (ASA) voldoende. Deze hebben ook een koortsverlagende werking. Ze zijn zonder recept verkrijgbaar bij de apotheek.

Bij hevigere pijn zijn vaak sterkere pijnstillers uit de opioïdengroep nodig, zoals tramadol. Voor dergelijke medicijnen is een recept vereist.

Zalven en crèmes voor huidverzorging

Zorgvuldige huidverzorging is een belangrijk onderdeel van de behandeling van gordelroos (herpes zoster). Desinfectiepoeders voorkomen bijvoorbeeld dat extra bacteriën zich op de aangetaste huidgebieden nestelen. Afhankelijk van het stadium worden ook antiseptische, drogende of jeukwerende lotions, zalven, gels of poeders aanbevolen. Mogelijke actieve ingrediënten zijn onder meer bruiningsmiddelen, menthol of podicanol.

Antivirale middelen

Antivirale middelen richten zich rechtstreeks op de oorzaak van gordelroos: het varicella-zoster-virus. Ze remmen de vermenigvuldiging van de virussen en worden daarom antivirale middelen genoemd. Voorbeelden uit deze klasse van actieve ingrediënten zijn aciclovir, valaciclovir en brivudine.

Antivirale gordelroostherapie versnelt de genezing en verkort de duur van de pijn. De voorwaarde is om er vroeg mee te beginnen: artsen raden aan om binnen 72 uur na het verschijnen van de uitslag met antivirale therapie te beginnen. Normaal gesproken worden de antivirale middelen in tabletvorm ingenomen. Bij een ernstig ziekteverloop en bij patiënten met een immunodeficiëntie dient de arts ze ook als infuus toe.

Behandeling van gordelroos met virostatica is over het algemeen nuttig. In sommige gevallen is dit echter niet absoluut noodzakelijk. Dit geldt bijvoorbeeld voor jonge patiënten die geen ernstige vorm van gordelroos hebben en bij wie geen complicaties te verwachten zijn.

In andere gevallen wordt antivirale therapie echter sterk aanbevolen, zoals bij:

  • Patiënten ouder dan 50 jaar
  • Gordelroos op het gezicht, hoofd of nek
  • Ernstige kuren van herpes zoster
  • Mensen met een verhoogd risico op complicaties (zoals immuundeficiëntie).

andere geneesmiddelen

Als de ziekte van gordelroos één oor aantast, krijgen sommige patiënten naast de virostatica ook cortisone. Het heeft een ontstekingsremmend effect door de lichaamseigen immuunrespons te verminderen. Op dit moment is het echter nog onduidelijk wat de voor- en nadelen van een dergelijke combinatiebehandeling zijn.

Als zich ook een bacteriële infectie heeft ontwikkeld op de uitslag van de gordelroos, schrijft de arts een antibioticum voor. Het bestrijdt de bacteriën en wordt vaak als zalf aangebracht.

Alternatieve behandelingen voor gordelroos

Sommige mensen gebruiken Schuessler-zouten voor gordelroos, bijvoorbeeld Kalium chloratum, Ferrum fosforicum of Kalium fosforicum. Homeopathische middelen worden ook gebruikt voor herpes zoster.

Het concept van homeopathie en het gebruik van Schüssler-zouten zijn controversieel in de wetenschap. Het effect van deze remedies is niet overtuigend bewezen.

Behandeling van post-zoster neuralgie

De meest voorkomende complicatie van gordelroos is post-zosterneuralgie. Het wordt ook post-zoster- of post-herpetische neuralgie genoemd. Getroffen personen lijden aan zenuwpijn, zelfs nadat de uitslag is verdwenen. Bovendien is hun huid overgevoelig en jeukt. In sommige gevallen duren de symptomen maanden of zelfs jaren.

De behandelend arts stelt voor elke patiënt een individueel therapieplan op. Pijnstillers zijn een belangrijk onderdeel. Er wordt onderscheid gemaakt tussen twee klassen actieve ingrediënten, die ook in combinatie kunnen worden gebruikt:

  • Niet-opioïde pijnstillers zoals acetylsalicylzuur of paracetamol. Ze worden aanbevolen bij milde tot matige symptomen en zijn meestal zonder recept verkrijgbaar bij de apotheek.
  • Opioïde pijnstillers zoals oxycodon of tramadol. Ze vereisen een recept en worden alleen voorgeschreven bij matige tot ernstige pijn.

Welke pijnstillers in welke dosering nuttig zijn, verschilt van patiënt tot patiënt. Vooral het type en de ernst van de pijn spelen een rol. Daarnaast houdt de arts rekening met hoe goed iemand op een pijnstiller reageert en welke bijwerkingen er optreden.

Bij aanhoudende (chronische) pijn raden artsen aan dat hun patiënten advies en behandeling zoeken bij een pijntherapeut, in een pijncentrum of pijnkliniek.

Verdere maatregelen voor post-zosterneuralgie

Naast pijnstillers zijn antidepressiva in lage doses ook nuttig bij post-zoster-neuralgie. Ze remmen de overdracht van pijnsignalen in het ruggenmerg. De arts schrijft soms ook krampstillende medicijnen voor: ze dempen de prikkelbaarheid van zenuwcellen. Dit helpt ook tegen de zenuwpijn.

Capsaïcinepreparaten (bijvoorbeeld als zalf) zijn ook nuttig: Capsaïcine is een scherpe stof die voorkomt in chilipepers. Het veroorzaakt een branderig gevoel op de huid dat de pijnreceptoren tijdelijk verlamt. Als alternatief kan een crème met plaatselijke verdoving (lidocaïne) worden aangebracht.

Omdat chronische pijn ook de psyche belast en het dagelijks leven van de getroffenen ernstig beperkt, adviseren artsen naast de medicamenteuze behandeling ook psychotherapie of gedragstherapie.