Polspijn: medische geschiedenis

Medische geschiedenis (ziektegeschiedenis) is een belangrijk onderdeel bij de diagnose van polsartralgie (polspijn). Familiegeschiedenis Zijn er veel voorkomende bot-/gewrichtsaandoeningen in uw familie? Sociale geschiedenis Wat is uw beroep? Werk je fysiek zwaar in je beroep? Actuele anamnese/systemische voorgeschiedenis (somatische en psychische klachten). Waar is de … Polspijn: medische geschiedenis

Polspijn: of iets anders? Differentiële diagnose

Musculoskeletaal systeem en bindweefsel (M00-M99). Artrose, bijv. rhizarthrose (artrose van het duimzadelgewricht) [belastingsafhankelijke pijn op de kruising van de duim (1e middenhandsbeentje) en de pols] Chondrocalcinose (synoniem: pseudojicht); jichtachtige gewrichtsaandoening veroorzaakt door afzetting van calciumpyrofosfaat in kraakbeen en andere weefsels; leidt onder meer tot gewrichtsdegeneratie (vaak van … Polspijn: of iets anders? Differentiële diagnose

Polspijn: complicaties

De volgende zijn de belangrijkste aandoeningen of complicaties waaraan kan worden bijgedragen door polsartralgie (polspijn): skeletspierstelsel en bindweefsel (M00-M99). Bewegingsbeperking / beperking

Polspijn: onderzoek

Een uitgebreid klinisch onderzoek vormt de basis voor het selecteren van verdere diagnostische stappen: Algemeen lichamelijk onderzoek – inclusief bloeddruk, pols, lichaamsgewicht, lengte; verder: Keuring (bezichtiging). Huid (normaal: intact; schaafwonden, roodheid, hematomen (blauwe plekken), littekens) en slijmvliezen. Gewricht (schaafwonden/wonden, zwelling (tumor), roodheid (rubor), hyperthermie (calor); letselindicaties zoals hematoomvorming, arthritische gewrichtsklonterigheid, been … Polspijn: onderzoek

Polspijn: test en diagnose

Laboratoriumparameters van de 2e orde - afhankelijk van de resultaten van de anamnese, lichamelijk onderzoek en verplichte laboratoriumparameters - voor differentiële diagnostische verduidelijking. Ontstekingsparameters - CRP (C-reactief proteïne). Urinezuur Indien nodig reuma diagnostiek (zie bij bijbehorend ziektebeeld).

Polspijn: medicamenteuze therapie

Therapiedoelen Vermindering van pijn en daarmee toename van mobiliteit. Diagnosebevinding Therapieaanbevelingen Analgesie (pijnverlichting) tijdens diagnose tot definitieve therapie volgens WHO-stadiëringsschema: niet-opioïde analgeticum (paracetamol, eerstelijnsmiddel). Opioïde analgeticum met lage potentie (bijv. tramadol) + niet-opioïde analgeticum. Krachtige opioïde analgeticum (bijv. morfine) + niet-opioïde analgeticum. Eventueel ontstekingsremmende medicijnen/geneesmiddelen die … Polspijn: medicamenteuze therapie

Polspijn: diagnostische tests

Optionele diagnostiek van medische hulpmiddelen – afhankelijk van de resultaten van de anamnese, lichamelijk onderzoek, laboratoriumdiagnostiek en verplichte diagnostiek van medische hulpmiddelen – voor differentiële diagnostische verduidelijking. Röntgenfoto's van de pols Computertomografie (CT; sectionele beeldvormingsprocedure (röntgenfoto's genomen vanuit verschillende richtingen met computergebaseerde analyse), bijzonder geschikt voor beeldvorming van benige verwondingen) van de pols … Polspijn: diagnostische tests

Polspijn: therapie

Algemene maatregelen Vermijden van: Overbelasting van de gewrichten, bijv. door competitieve en krachtige sporten of langdurige zware fysieke belasting, bijv. op het werk. Voedingsgeneeskunde Voedingsadvisering op basis van voedingsanalyse Voedingsadviezen volgens een gemengd dieet rekening houdend met de ziekte. Dit betekent onder andere: In totaal 5 porties van … Polspijn: therapie