Sudden Infant Death Syndrome: of iets anders? Differentiële diagnose

Symptomen en abnormale klinische en laboratoriumbevindingen die niet elders zijn geclassificeerd (R00-R99) ALTE (schijnbaar levensbedreigende gebeurtenis; bijna-SIDS) - symptoomcomplex geassocieerd met ademhalingsstilstand, vertraagde hartslag en bleekheid van het kind. Plotseling onverwacht infantdeath-syndroom; SUDI - kindersterfte waarbij een doodsoorzaak werd vastgesteld bij de autopsie

Sudden Infant Death Syndrome: classificatie

De internationale definitie uit 1969 verwijst naar wiegendood (sudden infant death syndrome) als de plotselinge, onverwachte dood van een baby waarvoor geen verklaring kan worden gevonden na een grondig onderzoek, inclusief autopsie en beoordeling van omstandigheden en geschiedenis (anamnese) van overlijden. Deze definitie is in 2004 verder onderverdeeld: SIDS categorie Omschrijving Ia Gevallen waarin … Sudden Infant Death Syndrome: classificatie

Sudden Infant Death Syndrome: onderzoek

Als er geen duidelijke tekenen van overlijden zijn, begint het reddingsteam met reanimatie. Een uitgebreid klinisch onderzoek vormt de basis voor het selecteren van verdere diagnostische stappen: Algemeen lichamelijk onderzoek - inclusief bloeddruk, pols, lichaamsgewicht, lengte; verder: Keuring (bezichtiging). Huid en slijmvliezen [verstikkingsverschijnselen?, huidskleur (bleek/blauw/grijs)?] Staat van bewustzijn [wakker/slapen/bewusteloos?] Auscultatie (luisteren) van de … Sudden Infant Death Syndrome: onderzoek

Sudden Infant Death Syndrome: test en diagnose

2e orde laboratoriumparameters - afhankelijk van de resultaten van de anamnese, lichamelijk onderzoek en verplichte laboratoriumparameters - voor differentiële diagnostische verduidelijking. Klein bloedbeeld Ontstekingsparameters – CRP (C-reactief proteïne). Nuchtere glucose (nuchtere bloedsuiker) Bloedgasanalyse (BGA) Leverparameters – alanineaminotransferase (ALT, GPT), aspartaataminotransferase (AST, GOT), glutamaatdehydrogenase (GLDH) … Sudden Infant Death Syndrome: test en diagnose

Sudden Infant Death Syndrome: diagnostische tests

Optionele diagnostiek van medische hulpmiddelen – afhankelijk van de resultaten van de anamnese, lichamelijk onderzoek, laboratoriumdiagnostiek en verplichte diagnostiek van medische hulpmiddelen – voor differentiële diagnostische verduidelijking. Echocardiografie (echo; cardiale echografie) - voor vermoedelijke structurele hartaandoeningen. Abdominale echografie (echografie van de buikorganen) – voor basisdiagnostiek. Elektrocardiogram (ECG; registratie van de elektrische activiteit … Sudden Infant Death Syndrome: diagnostische tests

Sudden Infant Death Syndrome: Preventie

Om wiegendood te voorkomen, moet aandacht worden besteed aan het verminderen van risicofactoren. Gedragsrisicofactoren Voeding Exclusief flesvoeding Consumptie van stimulerende middelen Alcoholconsumptie (> 1e trimester/derde trimester) + roken van de moeder tijdens de zwangerschap (12-voudig verhoogd risico). Roken van de ouders tijdens de zwangerschap – al vanaf één sigaret per dag is een 2-voudige … Sudden Infant Death Syndrome: Preventie

Sudden Infant Death Syndrome: therapie

Reanimatie (Reanimatie) Algemeen Bij hart- en/of ademstilstand is reanimatie noodzakelijk Hartreanimatie wordt uitgevoerd door hartmassage, defibrillatie (shockgenerator; behandelmethode tegen levensbedreigende hartritmestoornissen) en toediening van medicatie Therapie bij ademstilstand omvat klaring de luchtwegen en kunstmatige beademing om de gasuitwisseling in de longen te herstellen Men kan onderscheiden … Sudden Infant Death Syndrome: therapie

Sudden Infant Death Syndrome: oorzaken

Pathogenese (ziekteontwikkeling) De pathogenese is nog niet goed begrepen. Van exogene en endogene factoren wordt gedacht dat ze bijdragen aan wiegendood (SIDS). Een niet meer volledig gecompenseerde passieve verminderde bloedtoevoer naar de hersenstam wordt besproken. Een verstoorde serotoninehomeostase in de hersenen kan het gevolg zijn. Serotonine is een belangrijk… Sudden Infant Death Syndrome: oorzaken