Gember of Zingiber officinalis

Dit onderwerp behandelt voornamelijk het medische en medicinale gebruik van gember. Gember is een lid van de Zingiberaceae-familie, de gemberplanten. Het wordt ook nog steeds gember, imber, groenblijvende of gemberwortel genoemd. In de Engelse taal vinden we de term gember voor gember.

Definitie

Gember, die tot de Chinese geneeskrachtige kruiden behoort, is een kruipende, vaste plant op een dikke, bolvormige onderstam. De verse en gedroogde wortels worden ook wel wortelstokken genoemd. In het voorjaar groeit uit de onderstam een ​​rechtopstaande stengel van ongeveer 60 tot 80 cm hoogte met smalle bladeren.

De plant is een eenjarig. In de bloeitijd ontwikkelt zich een bloemoor direct uit de gemberwortel, die een witte of gele bloem draagt. Zowel de medicinale gemberplant als de specerij zijn afkomstig uit culturen.

Het gebruikte deel van de plant, de onderstam, groeit vlak en sterk vertakt in de grond. Voor de teelt worden in het voorjaar stukjes wortelstok in de grond gestopt en een jaar later in de late herfst geoogst. De medicinale plant gember, evenals de Latijnse naam zingiber, is terug te voeren op de oude Indiase naam "Shringavera".

Al duizenden jaren wordt gember gewaardeerd als een waardevolle specerij en remedie vanwege zijn speciale eigenschappen en effecten. In oude Chinese teksten, en later in Griekse, Romeinse en Arabische medische literatuur uit de oudheid, wordt gember al genoemd. Samengevat

Gember, de medicinale plant die wereldwijd wordt gebruikt, heeft zijn kracht in de wortel. Uit de geelbruine onderstam wordt het kruid en de genezende kracht gewonnen. Het aandeel etherische oliën is hoog (oa zingiberol en zingibere). Andere ingrediënten van gember zijn de prikkelende stoffen (gingerol en shoagol), waaraan de smaak is verschuldigd. De vele actieve ingrediënten in gember stimuleren de eetlust, verhogen de aanmaak van maagzuur, helpen de spijsvertering en verlichten mogelijk misselijkheid en braken.