Galenisch: hoe de productie van medicijnen werkt

Naast de pure vervaardiging van medicijnen vallen ook andere taken onder de bevoegdheid van galenische wetenschappers: deze wetenschappers houden zich ook bezig met de werkzaamheid, toxiciteit, verdraagbaarheid en veiligheid van een preparaat. Enerzijds gebeurt dit via drugstesten voorafgaand aan de goedkeuring van een geneesmiddel in studiefasen I, II en III. Aan de andere kant wordt het gebruik van het medicijn na goedkeuring ook gemonitord op effecten en bijwerkingen. Meer over het testen en monitoren van een medicijn leest u in het artikel Geneesmiddelengoedkeuring.

Galenics – Definitie: Galenics is de wetenschap van het bereiden en vormgeven van medicijnen op basis van actieve ingrediënten en hulpstoffen, inclusief het technologisch testen ervan.

Zoek naar de juiste “verpakking

Galenics houdt zich bezig met het plaatsen van het actieve ingrediënt in de juiste “verpakking” (doseringsvorm) met geschikte hulpstoffen (zie hieronder). Dit kunnen bijvoorbeeld tabletten, omhulde tabletten, capsules, poeders, oplossingen of pleisters met actieve ingrediënten zijn.

De galenische verpakking – de doseringsvorm – bepaalt vervolgens de vorm waarin de werkzame stof wordt toegediend (toegepast). Veel voorkomende vormen van medicijntoepassing zijn bijvoorbeeld:

  • oraal (peroraal): via de mond (door te slikken, bijv. Tablet, medicijnsap)
  • sublinguaal: onder de tong (bijv. tablet die vervolgens onder de tong oplost)
  • rectaal: in het rectum (bijv. zetpillen)
  • nasaal: via de neus (bijv. neusspray)
  • huid: aangebracht op de huid (bijv. zalf, crème)
  • subcutaan: onder de huid (injectie)
  • transdermaal: via de huid in het bloed (bijv. pleister met werkzame stof)
  • intramusculair: in een spier (injectie)
  • intraveneus: in een ader (injectie of infuus)
  • long: in de diepere luchtwegen (bijv. inademing)

Bij orale toediening (bijvoorbeeld oraal, sublinguaal) of rectaal komt het actieve ingrediënt in het maag-darmkanaal terecht en wordt daar geabsorbeerd. Om deze reden spreken we hier gezamenlijk van enterale toedieningsvormen (enteraal = aantasting van de darmen of darmen).

De tegenhanger zijn parenterale toedieningsvormen: hierbij komt het actieve ingrediënt het lichaam binnen zonder het maag-darmkanaal te omzeilen, dwz het wordt bijvoorbeeld intraveneus, subcutaan of pulmonaal toegediend.

Begin van actie en verdraagbaarheid

De meest geschikte dosering en toepassingsvorm voor een medicijn hangt onder meer af van waar en hoe snel de werkzame stof moet worden vrijgegeven. Een paar voorbeelden:

  • Sublinguale tabletten zorgen ervoor dat het actieve ingrediënt via het mondslijmvlies in het bloed wordt opgenomen. Op deze manier kan bijvoorbeeld een sterke pijnstiller worden toegediend die bedoeld is om snel te werken.
  • De werking van bijvoorbeeld pijnstillers kan ook sneller worden bereikt door injectie. Net als bij een tablet voor sublinguaal gebruik bereikt de werkzame stof veel sneller de bloedbaan dan wanneer het een omweg via het maag-darmkanaal moet maken (bijvoorbeeld een normale pijntablet bij het slikken).
  • Maagsapresistente tabletten hebben een coating die voorkomt dat het medicijn onbeschadigd door de maag gaat en het actieve ingrediënt alleen in de darm vrijgeeft. Dit kan bijvoorbeeld nodig zijn als het zure maagsap het actieve ingrediënt zou aantasten en het ineffectief zou maken.
  • Retard-preparaten zijn ontworpen om het actieve ingrediënt langzamer af te geven (bijvoorbeeld retard-pijntabletten). Hierdoor is een constant niveau van actieve ingrediënten in het bloed gedurende een langere periode mogelijk. Retardpreparaten die niet oraal, subcutaan of intramusculair worden gebruikt (bijvoorbeeld nicotinepleister, driemaandelijkse injectie) worden ook wel depotpreparaten genoemd.
  • Door middel van inhalatie, neusspray of oogdruppels kan een actief ingrediënt direct op de plaats van bestemming worden afgeleverd. Een astmamedicijn kan bijvoorbeeld worden ingeademd. Een neusspray kan helpen tegen verkoudheid. Oogdruppels kunnen worden gebruikt om droge ogen te verlichten of – met toevoeging van antibiotica – bacteriële ooginfecties.

Ook de dosering en de toedieningsvorm kunnen invloed hebben op mogelijke risico’s en bijwerkingen. De bovengenoemde maagsapbestendige laag op sommige tabletten kan bijvoorbeeld zelfs uitsluitend te wijten zijn aan een betere verdraagbaarheid: sommige actieve ingrediënten irriteren de maagwand en kunnen misselijkheid en braken veroorzaken. Om deze reden mogen ze alleen in de darm vrijkomen.

Hulpmaterialen

De meeste medicijnen bevatten naast één of meer actieve ingrediënten ook hulpstoffen zoals zetmeel of gelatine. Deze hebben zelf geen farmaceutische werking, maar dienen eerder als vul-, kleur- of smaakstof, conserveermiddel, smeermiddel of als stabilisator en drager. De verschillende hulpstoffen zorgen zo voor de juiste bewaarbaarheid, houdbaarheid, betere geur of smaak, en ook voor het juiste uiterlijk van het medicijn.

Hulpstoffen hoeven niet volledig op de verpakking te worden vermeld. Voor mensen met een overeenkomstige allergie (bijvoorbeeld voor een bepaalde kleurstof) kan dit problematisch zijn.