Elektrocoagulatie: behandeling, effecten en risico's

Elektrocoagulatie is een chirurgische procedure van RF-chirurgie waarbij weefsel opzettelijk wordt beschadigd en verwijderd door middel van hoogfrequente stroom. In deze context kan de procedure bijvoorbeeld bij tumoren worden gebruikt en wordt tegelijkertijd met de incisie de resulterende wond gesloten. Elektrocoagulatie kan niet plaatsvinden in extreem droge weefsels.

Wat is elektrocoagulatie?

Elektrocoagulatie is een elektrochirurgische ingreep waarbij weefsel opzettelijk wordt beschadigd en verwijderd met behulp van een hoogfrequente stroom. Het wordt bijvoorbeeld gebruikt bij tumoren. Bij hoogfrequente chirurgie laat een team van artsen hoogfrequente wisselstroom door het menselijk lichaam. De RF-procedure is bedoeld om opzettelijk weefsel te beschadigen of te snijden. Weefselstructuren moeten worden doorgesneden of volledig worden verwijderd. In tegenstelling tot conventionele snijtechnieken, kan de wond samen met de snee worden gesloten tijdens een HF-operatie. Dit stopt het bloeden omdat de schepen in het incisie gebied zijn gesloten. Het instrument dat bij HF-chirurgie wordt gebruikt, is de elektroscalpel. Een procedure op dit chirurgische gebied is elektrocoagulatie. Elektrocoagulatie omvat de afgifte van een enkele vonk die brandwonden het weefsel op een puntvormige manier, waardoor weefselstructuren worden gescheiden. Snelle en tegelijkertijd efficiënte elektrocoagulatie en de daarbij behorende hemostase wordt voornamelijk gebruikt in de context van een gebrek aan spontane coagulatie, bijvoorbeeld in het geval van bloeding als gevolg van tumoren. In het geval van vrij klein schepenvervangt de procedure dure fibrinelijm of ligatie. Elektrocoagulatie bespaart de arts dus zowel moeite als geld. De patiënt heeft ook baat bij de RF-operatieprocedure vanwege de onmiddellijke hemostase.

Functie, effect en doelen

De term coagulatie kan verwijzen naar twee verschillende chirurgische technieken. Naast diepe coagulatie, elektrisch hemostase bestaat in de zin van elektrocoagulatie. Diepe coagulatie is ook elektrocoagulatie. De procedure verwarmt het weefsel tot 80 graden Celsius. De verwarming gebeurt via elektroden. Naast kogel- en plaatelektroden worden hierbij ook rolelektroden gebruikt. Deze instrumenten worden gebruikt om tijdens de operatie weefsel te verwijderen. Elektrocoagulatie in de zin van diepe coagulatie maakt gebruik van een hoge stroom dichtheid​ Er wordt alleen stroom zonder pulsmodulatie gebruikt, dat wil zeggen ongemodelleerde stroom. Artsen beïnvloeden de stollingsdiepte via de grootte van de stroom. Bij gebruik van grote stroming vormen zich korsten. Dit voorkomt dat de warmte zich verder in de diepte verspreidt. Wanneer de elektrode later wordt verwijderd, verwijdert de arts het verbrande weefsel dat nog aan de elektrode vastzit in dezelfde stap. Als een kleine stroom wordt gebruikt voor een hoge belichtingstijd, zal het weefsel rond de elektrode koken. De brandwonden zich iets dieper uitstrekken dan de elektrodediameter. Elektrocoagulatie, in de zin van een hemostaseprocedure, maakt in tegenstelling tot diepe coagulatie gebruik van pulsgemoduleerde RF-stroom die aan klemmen en pincetten hangt. De uiteinden van de instrumenten grijpen het gebied vast dat moet worden vastgezet, dat versmalt als gevolg van uitdroging en sluit volledig aan het einde. Deze coagulatieprocedure vindt plaats in bipolaire modus. Monopolaire pincetten worden zelden gebruikt. Op sijpelende locaties vindt hemostase plaats met elektroden met een groot oppervlak die worden aangedreven door pulsgemoduleerde stroom. Andere vormen van coagulatie zijn onder meer uitdroging en fulguratie. Dit zijn speciale vormen van de procedure. Fulguratie wordt uitgevoerd als oppervlakkige coagulatie. Intracellulaire en extracellulaire vloeistoffen verdampen bij deze procedure door de vonk van een punt van de elektrode, die de arts enkele millimeters over het weefsel laat gaan. Uitdroging is over het algemeen hetzelfde als deze procedure, maar bij dit type coagulatie wordt de naaldelektrode in het weefsel ingebracht. Zachte coagulatie wordt bedoeld als de stroom lager is dan 190 V. Deze methoden produceren geen vonken of elektrische bogen. Op deze manier wordt onbedoeld snijden uitgesloten en wordt carbonisatie voorkomen. Bovendien is er geforceerde coagulatie, die zich uitstrekt tot stroomsterktes van 2.65 kV en bogen genereert voor een hogere coagulatiediepte. Sproeicoagulatie werkt op zijn beurt met stromen tot 4 kV, waardoor bijzonder sterke en lange elektrische bogen kunnen worden gegenereerd om het weefsel zowel exogeen als endogeen te verwarmen.

Risico's, bijwerkingen en gevaren

Elektrocoagulatie gaat gepaard met enkele risico's en bijwerkingen. Zoals gewoonlijk moet de patiënt de conventionele risico's en bijwerkingen van elke operatie verwachten. Deze omvatten bijvoorbeeld ongewenste bloedingen, instorting van de bloedsomloop als gevolg van de verdoving of complicaties in de nek gebied dat kan optreden als gevolg van de ventilator. Net als alle andere operaties kan elektrocoagulatie dit veroorzaken misselijkheid or braken vanwege de verdoving. Bovendien meer of minder ernstig pijn kan voorkomen op de behandelde locaties. Naast de conventionele chirurgische risico's, gaat elektrocoagulatie gepaard met enkele specifieke risico's en complicaties. Deze omvatten bijvoorbeeld het klevende effect, dat kan optreden bij zowel zachte coagulatie als geforceerde coagulatie. Bij hogere stroomniveaus kan een onverwacht hoge vonkimpact niet volledig worden uitgesloten, wat in extreme gevallen kan leiden tot ongeplande weefselschade of zelfs verwijdering. Dit risico is echter verwaarloosbaar zolang de patiënt in handen is van professionele RF-chirurgen die de procedure meerdere keren per dag uitvoeren. Onder bepaalde omstandigheden is elektrocoagulatie niet mogelijk. Dit is bijvoorbeeld het geval als het weefsel extreem droog is. In droog weefsel is er geen voldoende stroom. Om deze reden kan elektrocoagulatie helemaal niet worden uitgevoerd in dergelijk weefsel. Artsen moeten daarom precies bepalen hoe droog het te behandelen weefsel is voorafgaand aan de geplande coagulatie.