Duimzadel gewrichtsoperatie | Duimzadelverbinding

Duimzadel gewrichtsoperatie

Een operatie op het duim zadelgewricht moet vaak worden uitgevoerd in het geval van een bestaand duimzadelgewricht artrose, als dit niet kan worden behandeld met conservatieve maatregelen. Dit is het geval als, ondanks conservatieve behandelmethoden (gips spalk, fysiotherapie, ontstekingsremmende medicijnen), is er geen verbetering van de symptomen, of de pijn verergert zelfs. Als de functie van de aangedane hand zo beperkt is dat alledaagse taken niet meer kunnen worden uitgevoerd, wordt een operatie aanbevolen.

Procedure: de bewerking op het duim zadelgewricht kan poliklinisch of intramuraal worden uitgevoerd. Tijdens de operatie wordt het carpale bot verwijderd waar de duim begint. Dit carpaal bot is het os trapezium (het zogenaamde grote polygoonbot).

Op deze manier kan de pijn veroorzaakt door de wrijving van de twee verbindingsvlakken tegen elkaar wordt geëlimineerd. Het ontbrekende bot wordt vervangen door een kunstmatig gecreëerde peeslus, de zogenaamde APL (Abductor-Pollicis-Longus-Plastic). Om dit te doen, wordt de pees van de spier die de duim spreidt (abductor pollicis longus) rond de pols buigpees als een lus en daar gehecht.

Op deze manier ontstaat er een nieuw abutment voor de duim, wat tegelijkertijd voorkomt dat de duim teveel naar de pols. In sommige gevallen wordt APL-plastische chirurgie zelfs helemaal achterwege gelaten. Dit werkt echter alleen als de ligamentische toestand van de aangedane hand stabiel genoeg is om de duim in de juiste positie te fixeren.

Nazorg: Na de operatie moet de duim in een gips spalk of verband gedurende ongeveer twee weken, zodat de wond in rust kan genezen. De hechtingen worden vervolgens verwijderd en de duim wordt nog twee weken geïmmobiliseerd met behulp van een orthese. Dit is een meer flexibele spalk die om de pols met klittenbandsluiting.

Het kan ook worden verwijderd om te douchen. Na vier weken, normaal, pijn-vrije handfunctie kan worden hersteld met gerichte fysiotherapeutische oefeningen. Het spierstelsel wordt versterkt en de duim krijgt zijn gebruikelijke mobiliteit terug. Na drie tot zes maanden is de duim meestal volledig genezen en kan hij weer bijna normaal worden belast.

Artrose van het duimzadelgewricht

Duimzadelverbinding artrose, ook wel rhizartrose genoemd, wordt veroorzaakt door slijtage van de gewrichtsoppervlakken. Na verloop van tijd, de kraakbeen zodanig versleten dat de botgewrichtsvlakken direct tegen elkaar wrijven. Dit leidt tot onaangename pijn, die aanvankelijk alleen optreedt tijdens beweging en later ook wanneer de patiënt in rust is.

Af en toe versplinteren ook kleine botfragmenten, waardoor er nog meer wrijving in het gewricht ontstaat en de pijn toeneemt. Aanvankelijk was het artrose van het duimzadelgewricht manifesteert zich pas in een ochtend stijfheid, die in de loop van de dag afneemt. Later doen alledaagse bewegingen pijn, vooral het openen en sluiten van schroefdoppen, het vastgrijpen van kleine voorwerpen en het krachtig knijpen van voorwerpen, bijvoorbeeld tuinscharen.

Daarnaast is er vaak zwelling, roodheid en oververhitting in het gewrichtsgebied. In zeer vergevorderde stadia kan artrose van het duimzadelgewricht leiden tot een uitwendig zichtbare vervorming van het gewricht. Diagnose: Als het gewricht is geröntgend vanwege de symptomen, zijn typische tekenen van artrose ook zichtbaar op de röntgenstraal.

Deze omvatten een vernauwing van de gewrichtsruimte, opgeruwde gewrichtsoppervlakken met kleine botsplinters (osteofyten) en een compressie van de benige delen van het gewricht (sclerotherapie). Therapie: In sommige gevallen kan artrose van het duimzadelgewricht worden behandeld met conservatieve, dwz niet-chirurgische maatregelen. Hiervoor wordt de duim eerst geïmmobiliseerd met verband.

Optioneel kunnen ontstekings- of pijnstillende zalven worden aangebracht. Ontstekingsremmende medicijnen in tabletvorm zoals ibuprofen worden ook gebruikt. Sterkere spanningen op de duim, bijvoorbeeld op één hand rusten, moeten indien mogelijk worden vermeden.

Als de symptomen op deze manier niet verbeteren of zelfs erger worden, moet chirurgische therapie worden overwogen. Dit omvat meestal het verwijderen van het grote veelhoekige bot (Os-trapezium) en het vervangen door een peeslus. De duim glijdt nu over deze peeslus en kan zijn oorspronkelijke functionaliteit terugkrijgen met een adequate fysiotherapeutische training. Na ongeveer drie tot zes maanden is het operatiegebied meestal volledig genezen en kan het normale gewicht worden hervat.