Spier- en botonderzoeken

Meer dan 400 skeletspieren en 200 botten, verbonden door tal van pezen en gewrichten, sta ons toe om rechtop te lopen, te draaien, te buigen en op ons hoofd te staan. Hoe veerkrachtig ons skelet ook is, het is ook onderhevig aan slijtage, onjuiste belasting en verschillende ziekten. De juiste diagnose is belangrijk voor preventie en passende behandeling. Vaak klachten leiden patiënten naar de dokter: constant achterin trekken, kraken van de knie gewrichten bij traplopen, zwelling van de vingers of pijnlijke spierspanning.

Problemen met het skeletstelsel, vooral de wervelkolom en gewrichten, behoren tot de meest voorkomende oorzaken van doktersbezoeken en ziekteverzuim. Het ondervragen (anamnese) van de patiënt over het exacte medische geschiedenis speelt een belangrijke rol. Vaak kan de arts uit de antwoorden al afleiden uit welke structuren van het bewegingsapparaat de klachten voortkomen en wat hun triggers kunnen zijn.

De belangrijkste contactpersoon - naast de huisarts - is de orthopeed; Afhankelijk van de vermoedelijke diagnose kan bijvoorbeeld een bezoek aan bijvoorbeeld een neuroloog of internist / reumatoloog ook zinvol zijn. Symptomen die bijzonder vaak voorkomen en daarom de focus van ondervraging zijn pijn en disfunctie. De arts zal dus willen weten wanneer deze zich voordoen (dwz op welk tijdstip van de dag, in rust of onder welke spanning), hoe ze zich manifesteren, hoe lang ze duren, waardoor ze steeds beter worden en welke andere klachten pest de patiënt (bijv. zwelling, roodheid, zenuwverlamming). Ook van belang voor de therapeut zijn eerdere ziekten, ongevallen en operaties, gezinsziekten en medicijnen, beroep en recreatief gedrag.

Basis diagnostiek

De fysiek onderzoek wordt meestal uitgevoerd op de staande, zittende en liggende, overwegend ongeklede patiënt. Houding en figuur geven al de eerste aanwijzingen; tijdens het onderzoek (inspectie) besteedt de arts bijzondere aandacht aan de symmetrie van het lichaam, de kromming van de wervelkolom en de gewrichten, die kenmerkend vervormd kunnen zijn in reumatiek, bijvoorbeeld, evenals op het spierstelsel, de mobiliteit en verkeerde posities. De inspectie omvat ook het controleren van het looppatroon.

Palpatie en percussie, vooral van de botuitsteeksels van de wervelkolom, geven aanwijzingen voor ziektepunten; spierspanning kan op deze manier ook worden gepalpeerd. Vaak worden ook de lengte en omtrek van de armen en benen bepaald. Als er een vermoeden bestaat van een ziekte zoals reumatiek or jicht, Diverse bloed tests worden uitgevoerd. Deze kunnen bijvoorbeeld worden gebruikt om ontstekingscellen en stoffen te bepalen die de eigen van de patiënt aanvallen immuunsysteem (autoantilichamen) of om te onderzoeken hormonen dat kunnen bijvoorbeeld triggers zijn voor meer botverlies.