Chondroblastoom: chirurgische therapie

De locatie en omvang van chondroblastoom vereisen meestal intralesionale resectie (excisie):

  • Procedure: Opening van de tumor → curettage → vullen van het botdefect met autoloog (van de patiënt afgeleid) poreus bot (intern botnetwerk van botsubstantie).
  • Afhankelijk van de situatie kan tijdelijk een zogenaamde botcementplug worden gebruikt → Voordeel: de tumorcellen van de marginale zones worden gedood door de polymerisatiewarmte van het cement. Recidieven (herhaling van de ziekte) op het grensvlak tussen bot en cement kunnen dus gemakkelijker worden gediagnosticeerd. Als de patiënt één tot twee jaar vrij is van recidief, kan het botcement weer worden verwijderd en vervangen door autoloog poreus bot.
  • Naast botcement zijn de volgende aanvullende adjuvantia (effectversterkers) die bijdragen aan een lager recidiefpercentage effectief gebleken:
    • Mechanische hulpmiddelen: frezen met hoge snelheid - Hierdoor wordt een uitzetting van de thermische resectiemarge bereikt.
    • Fysisch-chemische adjuvantia: fenol, alcohol, cryochirurgie (kyrotherapie; glazuur), cauterisatie (vernietiging van weefsel door een cauterisatie ijzer of cauterisatiemiddel).

Om de stabiliteit van het bot te waarborgen, kan het bot na de operatie worden gefixeerd met behulp van composietplaten (osteosynthese).

Bij grote tumoren kan een segmentale resectie nodig zijn, gevolgd door bot implantaten of tumor-endoprothesen.

Bij chondroblastoom dicht bij het gewrichtsoppervlak kan resectie een gewrichtsvervanging vereisen.

Als er een recidief (recidief van de ziekte) optreedt, wordt deze weggesneden door middel van een en bloc-resectie, wat betekent dat in dezelfde chirurgische procedure aangrenzend weefsel of weefselvocht mogelijk aangetaste knooppunten worden naast de feitelijke bevinding ook verwijderd. Als het recidief zacht weefsel betreft, wordt een zo breed mogelijke tumorresectie uitgevoerd.