Bilaterale dijbeenspier

Synoniemen

Latijn: Musculus biceps femoris

Definitie

De tweekoppige dij spier dankt zijn naam aan het feit dat het twee afzonderlijke oorsprong heeft in het achterste onderste bekken en het achterste onderbeen. Deze twee "spierkoppen" komen samen in hun loop en bewegen zich naar de buitenste knie. De spier behoort tot de rug dij musculatuur, ook wel ischio-cruciale musculatuur genoemd, omdat het beweegt vanuit het gebied van de heup gewricht (Lat.

zitbeen) naar beneden been (lat. crus). Wanneer de spier samentrekt, begeleidt hij de lagere been richting de dij/ heup en is dus vooral betrokken bij de flexie van de kniegewricht. Een bijzonder kenmerk van deze spiergroep is de zogenaamde Lombard ́sche paradox. Het beschrijft het fenomeen dat wanneer de been is gefixeerd - dwz wanneer de voet stevig op de grond staat - vervullen de ischio-cruciale spieren niet hun feitelijke functie van flexie, maar ondersteunen ze een extensie in de kniegewricht.

Geschiedenis

Basis: fibulakop (Caput fibulae) Oorsprong: Lange kop (Caput longum): Ischium (Tuber ischiadicum ossis ischii) Korte kop (Caput breve): Opruwen van het onderste derde deel van het dijbeen (Linea aspera) Innervatie: Lange kop (Caput longum): Tibiale zenuw (segmenten L5-S2) Korte kop (Caput breve): Gemeenschappelijke fibulaire zenuw (segmenten L5-S2)

Functie

Zoals gezegd behoort de tweekoppige dijbeenspier tot de ischio-cruciale musculatuur aan de achterkant van de dij en is daarmee een van de belangrijkste buigspieren in de kniegewricht. Buigen in het kniegewricht wordt bijvoorbeeld uitgevoerd in de eenbenige positie wanneer de hiel naar de billen wordt geleid. Omdat de spier begint bij de hoofd van de fibula, net onder de buitenste knie, is het de enige spier in het kniegewricht die naar buiten kan draaien.

De onderbeen draait daarbij naar buiten. De lange hoofd van de spier kan deze beweging ook ondersteunen vanwege zijn oorsprong bij de heup gewricht (zitbeen). Het is in staat het gebogen been naar achteren te trekken en strekt zich zo uit in de heup gewricht. Het kan ook het been naar buiten draaien en telt daarom als een externe rotator in het heupgewricht. Kniegewricht: flexie (flexie) en buitenwaartse rotatie (externe rotatie) Heupgewricht: extensie en buitenwaartse rotatie (externe rotatie)