Clusterhoofdpijn: beschrijving

Kort overzicht

  • Symptomen: Eenzijdige, ernstige hoofdpijn, saaie of snijdende pijn vooral achter het oog, aanvalsduur 15 tot 180 minuten, rusteloosheid en drang om te bewegen; waterige, rode ogen, gezwollen of hangend ooglid, loopneus, zweten in het voorhoofd of gezicht, vernauwde pupil, verzonken oogbol
  • Oorzaken: onduidelijke, waarschijnlijk verkeerd gereguleerde biologische ritmes (zoals dagritme); hersengebied dat het slaap-waakritme reguleert (hypothalamus) mogelijk actiever; mogelijk erfelijkheid; twijfelachtige triggers zijn onder meer alcohol, nicotine, flikkerend licht, bepaalde voedingsmiddelen, grote hoogte, vaatverwijdende medicijnen
  • Diagnose: medische geschiedenis, neurologisch onderzoek zoals lichtreactie van de pupil, bij het eerste optreden of neurologische stoornissen computertomografie (CT) of magnetische resonantie beeldvorming (MRI) van het hoofd, soms onderzoek van bloed of hersenvocht (CSF)
  • Therapie: Acute behandeling met medicijnen zoals triptanen, inhalatie van zuivere zuurstof, inbrengen van lokale anesthetica (zoals lidocaïne) in het neusgat, chirurgische ingrepen zoals stimulatie van de occipitale zenuw of stimulatie van een specifiek hersengebied (hypothalamus)
  • Preventief: Medicinaal, meestal door de werkzame stof verapamil, soms in combinatie met glucocorticoïden, zeldzamer lithium, topiramaat of methysergide.

Wat zijn clusterhoofdpijn?

Clusterhoofdpijn is waarschijnlijk de ernstigste eenzijdige hoofdpijn die er is. Onbehandeld duren de aanvallen tot 180 minuten en komen soms meerdere keren per dag voor. Er zitten soms maanden tussen episoden van clusterpijn.

De term cluster betekent ‘accumulatie’ en verwijst naar het kenmerk dat de vorm van hoofdpijn periodiek geclusterd voorkomt, meestal in bepaalde fasen.

Naast de hoofdpijn treden er ook andere begeleidende symptomen op aan de aangedane zijde van het hoofd of gezicht, zoals een tranend oog of een loopneus. Deze begeleidende symptomen zijn een automatische reactie op de hevige pijn en worden gecontroleerd door het zogenaamde autonome (vegetatieve) zenuwstelsel.

In Duitsland worden ongeveer 120,000 mensen getroffen door clusterhoofdpijn, drie keer meer mannen dan vrouwen. In principe kan clusterhoofdpijn op elke leeftijd voorkomen. Mannen tussen de 20 en 40 jaar worden het vaakst getroffen, vooral rond de leeftijd van 30 jaar.

Bij ongeveer twee tot zeven procent van de patiënten met clusterhoofdpijn komt de ziekte vaker voor in de familie. Een genetische component lijkt dus bij te dragen aan het ontstaan ​​van de ziekte. Welke genen er precies bij betrokken zijn, is echter nog onderwerp van onderzoek.

Wat zijn de symptomen?

Clusterhoofdpijn komt zowel aan de rechter- als aan de linkerkant voor, maar nooit tegelijkertijd aan beide zijden van het hoofd. Ze blijven gewoonlijk gedurende de gehele duur van de aandoening beperkt tot één kant van het hoofd en wisselen slechts in enkele gevallen van kant.

De individuele aanvallen duren tussen de 15 en 180 minuten. De intervallen tussen aanvallen variëren sterk. Ze komen soms om de dag voor of wel acht keer per dag. Bij sommige patiënten zitten er weken tot maanden tussen episoden van clusterpijnaanvallen, gedurende welke zij symptoomvrij zijn.

Naast de pijn zijn er de volgende begeleidende symptomen aan de aangedane zijde van het gezicht:

  • Waterig oog
  • Rood geworden bindvlies van het oog
  • Zwelling van het ooglid
  • Loopneus
  • Zweten in het gebied van het voorhoofd of gezicht
  • syndroom van Horner

Bij clusterhoofdpijn wordt het Horner-syndroom, gekenmerkt door drie symptomen, vaak waargenomen aan de kant van het gezicht die door de pijn wordt aangetast. Deze omvatten een vernauwde pupil, een hangend bovenste ooglid en een oogbol die enigszins in de oogkas zakt. Het Horner-syndroom is echter niet uniek voor clusterhoofdpijn. Het is ook mogelijk bij tal van andere aandoeningen.

Ruim 90 procent van de patiënten tijdens een clusterhoofdpijnaanval is extreem onrustig. Dit kenmerk onderscheidt hen ook van migrainepatiënten. Ze lopen bijvoorbeeld op en neer door de kamer of bewegen apathisch met hun bovenlichaam (zogenaamd “rondlopen”). Migrainepatiënten daarentegen zoeken absolute rust en proberen zo min mogelijk te bewegen.

Sommige patiënten ontwikkelen een depressie vanwege de ernst van de pijn en de verminderde kwaliteit van leven.

Wat zijn de oorzaken en risicofactoren?

De oorzaken en het mechanisme van de ontwikkeling van clusterhoofdpijn zijn momenteel niet precies bekend. Omdat de aanvallen plaatsvinden in een bepaald dag- en seizoensritme (vooral na het inslapen, in de vroege ochtenduren, in het voor- en najaar), wordt aangenomen dat een storing in het biologische ritme de onderliggende oorzaak is.

De controle over het slaap-waakritme wordt onder meer geregeld door het diencephalon, de hypothalamus. Deskundigen vermoeden dat de aanvallen hun oorsprong vinden in dit hersengebied en in stand worden gehouden door het autonome zenuwstelsel en een specifieke hersenzenuw, de nervus trigeminus. Studies hebben aangetoond dat het hersengebied rond de hypothalamus actiever is bij patiënten met clusterhoofdpijn.