Oefening en kanker: voordelen en tips

Hoe helpt bewegen tegen kanker?

“Als we iedereen de juiste dosis voedsel en lichaamsbeweging hadden kunnen geven, niet te veel en niet te weinig, zouden we de beste weg naar gezondheid hebben gevonden”, zei de oude Griekse arts Hippocrates. Deze eeuwenoude wijsheid kan nu worden ondersteund door wetenschappelijke bevindingen: volgens dit kan regelmatige en passende fysieke activiteit als onderdeel van een verder gezonde levensstijl (evenwichtige voeding, frisse lucht, weinig stress, voldoende slaap, geen alcohol en nicotine) verschillende ziekten tegengaan. – Hieronder vallen naast hart- en vaatziekten, dementie en bepaalde stofwisselingsziekten ook kanker.

Sport vermindert het risico op veelvoorkomende vormen van kanker

Voor sommige soorten kanker kan een actieve levensstijl het risico op de ontwikkeling van de kwaadaardige tumor in de eerste plaats verminderen (primaire preventie). Dit is al bewezen voor zeven veel voorkomende soorten kanker:

Het risico op het ontwikkelen van longkanker kan blijkbaar ook worden verminderd door lichaamsbeweging – tenminste bij rokers. Bij niet-rokers is een dergelijk effect nog niet aangetoond.

Daarentegen bestaat er een negatieve correlatie tussen zwarte huidkanker (kwaadaardig melanoom) en sport: mensen die actief zijn in de sport hebben tot 27 procent meer kans om deze gevaarlijke vorm van huidkanker te ontwikkelen. Dit komt echter waarschijnlijk doordat zulke mensen veel tijd buitenshuis doorbrengen en daardoor aan meer UV-licht worden blootgesteld. Zonder adequate UV-bescherming neemt het risico op huidkanker aanzienlijk toe!

Wanneer u buiten traint, vergeet dan niet om uzelf voldoende te beschermen tegen de UV-stralen van de zon door zonnebrandcrème en kleding met UV-bescherming te dragen.

Sport vertraagt ​​de progressie van kanker

Volgens onderzoeken kan regelmatige lichaamsbeweging ook de kans op overlijden aan een bestaande kanker verminderen. Fysiek actieve patiënten hebben daardoor een grotere kans om langer te overleven. Sport verhindert tot op zekere hoogte dat de tumor groeit en zich verspreidt. Onderzoekers hebben dit al waargenomen bij borst-, darm- en prostaatkanker.

Bevindingen uit observationeel onderzoek en laboratoriumonderzoek

Daarbij moet worden opgemerkt dat de eerdere onderzoeken zogenoemde observationele onderzoeken waren, waaruit alleen een verband tussen sport en kanker, maar geen direct effect, kan worden afgeleid. Helaas is dit ook lastig te bewijzen. Toch proberen wetenschappers momenteel het effect van sport in zinvollere onderzoeken te onderzoeken.

In het laboratorium hebben onderzoekers in tumorcelculturen en in dierproeven in ieder geval al kunnen bewijzen dat sport de groei van tumorcellen kan vertragen. Onderzoekers hebben ook kunnen bewijzen dat met name regelmatige duurtraining bepaalde immuuncellen mobiliseert – vooral de zogenaamde natural killer-cellen (een groep lymfocyten). Deze immuuncellen kunnen kwaadaardige cellen herkennen en doden. Bij oefenmuizen groeiden tumoren bijvoorbeeld langzamer en ontstonden er minder tumormetastasen.

Sport en beweging zijn echter geen vervanging voor kankertherapie! Ze kunnen de behandeling echter wel aanvullen en ondersteunen!

Sport onderdrukt chronische ontstekingen

Met een uitgebalanceerd dieet en lichaamsbeweging kan de stress in het vetweefsel worden verminderd. Het ongewenste vet zelf smelt ook weg en de spiermassa groeit. Bovendien bevordert regelmatige lichaamsbeweging ontstekingsremmende processen. Over het geheel genomen vermindert sport het niveau van ontstekingen in het lichaam en dus ook het risico op kanker.

Sport verhoogt de kwaliteit van leven

Kanker is vermoeiend. Het lichaam heeft veel kracht nodig om de tumor te bestrijden, maar ook om de therapie en de bijwerkingen ervan te doorstaan. Het is bewezen dat training die individueel is afgestemd op elke patiënt de fysieke prestaties verbetert:

Mobiliteit, spierkracht en uithoudingsvermogen nemen toe. Vet wordt verminderd, het immuunsysteem wordt versterkt en de kans op vallen wordt verminderd. Bovendien verhoogt lichaamsbeweging het gevoel van eigenwaarde en het welzijn – ook omdat de patiënt bijdraagt ​​aan zijn eigen gezondheid.

Sport vermindert bijwerkingen en complicaties op de lange termijn

Nog een belangrijk voordeel van bewegen bij kanker: op maat gemaakte oefenprogramma's voor, tijdens en na de kankerbehandeling verminderen de bijwerkingen veroorzaakt door de tumor zelf en de therapie. Deze omvatten bijvoorbeeld

  • Vermoeidheid en chronische uitputting (vermoeidheid)
  • Therapiegerelateerde zenuwbeschadiging (polyneuropathie)
  • incontinentie
  • Waterretentie in het weefsel als gevolg van verminderde lymfedrainage (lymfoedeem)
  • slaapstoornissen
  • Angst en depressie

Sport bij kanker kan patiënten helpen de therapie beter te verdragen. Het kan dan volgens de richtlijnen vaker worden uitgevoerd en dus effectief zijn. Fysiek actieve patiënten herstellen ook sneller na de behandeling. Bovendien wordt het aantal benodigde bloedtransfusies verminderd.

Verkleint sport het risico op terugval?

Het is nog niet voldoende duidelijk of sport de kans verkleint dat de kanker na de behandeling weer oplaait (kans op terugval of recidief) of op het ontstaan ​​van uitzaaiingen. Er zijn echter aanwijzingen dat regelmatige en voldoende lichamelijke activiteit het risico op terugkeer van kanker kan verminderen.

Zo blijkt de kans op herhaling bij oudere borstkankerpatiënten groter te zijn als zij na hun ziekte nog steeds veel overgewicht hebben en weinig bewegen. Er zijn vergelijkbare gegevens voor patiënten met colorectale kanker: inactieve patiënten sterven eerder dan degenen die veel bewegen. Prostaatkankerpatiënten kunnen hun prognose blijkbaar ook positief beïnvloeden als ze regelmatig bewegen.

Wanneer moeten kankerpatiënten sporten?

Lichaamsbeweging vóór, tijdens en na de behandeling van kanker is veilig en gunstig voor bijna alle stadia van de ziekte.

Oefen al in het ziekenhuis

Oefening bij revalidatie

Aan het einde van of na hun eerste kankerbehandeling krijgen de meeste patiënten aanvankelijk individuele oefeninstructie in een revalidatiekliniek of in een poliklinische revalidatiefaciliteit – door fysiotherapeuten, sportinstructeurs of andere specialisten. Daar leren ze bijvoorbeeld ook hoe ze moeten omgaan met een kunstdarmkanaal (stoma) of andere beperkingen zoals prothesen, en hoe ze verkeerde of verlichtende houdingen kunnen vermijden. En patiënten die een longoperatie hebben ondergaan, oefenen speciale ademhalingstechnieken uit om hun longcapaciteit optimaal te benutten.

Sporten na revalidatie

Na de revalidatie beslissen arts en patiënt samen over verdere bewegings- en sporttraining. Er moeten verschillende punten in overweging worden genomen, bijvoorbeeld: Maken het ziekteverloop en de gezondheidstoestand van het individu überhaupt regelmatige lichaamsbeweging mogelijk? Welke sporten zijn zinvol voor de patiënt? In hoeverre is scholing aan te raden?

Om dergelijke vragen te verduidelijken, zouden kankerpatiënten zichzelf moeten afvragen voordat ze met hun opleiding beginnen...

  • hierover advies inwinnen bij hun behandelende arts en

Patiënten dienen dan een getrainde sport- of fysiotherapeut te raadplegen en professionele ondersteuning te krijgen tijdens hun training.

Houd zelf het verloop van uw ziekte bij en de soort, hoeveelheid en duur van de medicijnen die u gebruikt. Dit overzicht kunt u aan uw arts voorleggen, zodat hij of zij u deskundig advies kan geven over sporttraining.

Sporten is ook belangrijk nadat u bent hersteld van kanker: neem lichaamsbeweging en lichamelijke activiteit permanent op in uw dagelijks leven.

Wanneer moet voorzichtigheid worden betracht?

Bij bepaalde contra-indicaties moet een oefenprogramma eerst met een arts worden verduidelijkt en eventueel worden beperkt:

  • Ernstige bijkomende ziekten (bijv. hart- en vaatziekten, chronische gewrichtsontsteking)
  • Evenwichtsstoornissen
  • Onbedoeld ernstig gewichtsverlies als gevolg van de kanker (tumorcachexie)
  • uitzaaiingen van de tumor in het bot (botmetastasen), ‘gaten’ in het botweefsel (osteolyse)
  • Geavanceerde osteoporose
  • Chemotherapie-infusie in de afgelopen 24 uur
  • Fase tussen radiotherapiesessies
  • Bloedarmoede met een hemoglobinegehalte lager dan 8 g/dl
  • uitgesproken lymfoedeem
  • nieuw aangelegde kunstmatige darmuitgang (stoma), permanente katheter voor het afvoeren van urine of voedingssonde

Patiënten met bijkomende ziekten zoals hartritmestoornissen mogen alleen onder toezicht sporten!

Wanneer is sport verboden bij kankerpatiënten?

Hoewel sport bijna altijd wordt aanbevolen, verbieden sommige omstandigheden fysieke training:

  • Hoog risico op infectie, acute infecties of koorts
  • Direct na een operatie (maar toch zo snel mogelijk weer in beweging komen met onafhankelijke persoonlijke hygiëne in het ziekenhuis en thuis omgaan met het dagelijkse leven)
  • ernstige pijn
  • acute bloeding
  • Acute misselijkheid en/of braken
  • ernstige duizeligheid
  • Botmetastasen of osteolyse met risico op fracturen
  • vasculaire occlusie als gevolg van bloedstolsels (trombose, embolie) in de afgelopen tien dagen
  • voortdurende bestraling van het hartgebied of bestraling van het hele lichaam

Welke sporten zijn geschikt voor kanker?

Als motiverend hulpmiddel voor meer activiteit in het dagelijks leven kunt u uw dagelijkse stappentelling tellen – via een app of met een draagbare activiteitstracker.

Individueel en begeleid sportprogramma

Stel samen met uw arts of fysiotherapeut een gedetailleerd trainingsplan op dat voor u realistisch is. Wees blij met zelfs een kleine vooruitgang in je training en verwacht niet te veel van jezelf. De meeste mensen vinden sporten het gemakkelijkst als ze samen met anderen trainen en er plezier in hebben.

Het is belangrijk dat u langzaam begint met trainen om eraan te wennen en daarna regelmatig gaat sporten. Je moet altijd op je dagelijkse vorm letten: Als je je minder lekker voelt, kies dan voor een lichte training. Als u zich goed voelt, kunt u intensiever trainen – maar zonder uzelf te overbelasten! Je kunt daarom beter een beweegplan volgen dat op jou is afgestemd en geen sportprogramma’s voor gezonde mensen.

Voor patiënten met een kunstmatige darmuitgang (stoma) zijn na de eerste weken vrijwel alle sporten mogelijk – afhankelijk van de gezondheidstoestand en bijwerkingen van de therapie – inclusief zwemmen. Voorwaarde is dat de stoma stevig en strak zit.

Trainingsintensiteit beoordelen

Om voor elke individuele patiënt het juiste trainingsniveau, oftewel de intensiteit, te vinden, kunnen specialisten prestatiediagnostische tests uitvoeren. Patiënten kunnen echter ook zelf de mate van inspanning beoordelen met behulp van de zogenaamde “Borg-schaal”. Dit begint bij 6 (“helemaal niet inspannend”) en loopt op tot 20 (“maximale inspanning”). Binnen dit bereik bepaal je zelf hoe zwaar de training is. Een duurtraining moet bijvoorbeeld tussen 12 (matige intensiteit) en 14 (hogere intensiteit) op de Borg-schaal liggen – je moet het als “enigszins inspannend” ervaren. Krachttraining daarentegen kan “inspannend” zijn, dat wil zeggen tussen 14 en 16 op de Borg-schaal.

Sporten effectief combineren

  • Duurtraining drie keer per week op gemiddelde intensiteit gedurende minimaal 30 minuten gedurende minimaal acht tot twaalf weken
  • Daarnaast minimaal twee keer per week krachttraining met minimaal twee sets van acht tot vijftien herhalingen

Daarnaast heeft het American College of Sports Medicine (ACSM) specifiek in kaart gebracht welke frequentie en intensiteit het meest geschikt zijn bij typische klachten van kankerpatiënten. Deze zogenaamde FITT-criteria (“frequentie, intensiteit, tijd, type”) helpen uw arts en fysiotherapeuten bij het plannen van uw individuele sport- en bewegingsprogramma.

Over het algemeen zijn deze aanbevelingen slechts wetenschappelijke richtlijnen. U moet uw programma baseren op hoe u zich voelt en wat u kunt doen – elke oefening is beter dan geen!

Duurtraining

Geschikte duursporten zijn:

  • Hardlopen of nordic walking
  • de wieler
  • Langlaufen
  • Trainen op duurapparatuur zoals ergometers of steppers
  • Aquajoggen
  • Zwemmen (zolang er geen verhoogde vatbaarheid voor infecties is)
  • Dansen

Als u verzwakt bent (bijvoorbeeld tijdens therapie), is intermitterende duurtraining in eerste instantie geschikt. Hierbij wordt inspanning en pauzes afgewisseld in een ritme van bijvoorbeeld twee minuten. Vervolgens kunt u de trainingsfasen geleidelijk verlengen en de pauzes inkorten, totdat u 30 tot 60 minuten onafgebroken kunt trainen met een matige intensiteit of 10 tot 30 minuten met een hogere intensiteit.

Als u fit bent, kunt u uw uithoudingsvermogen ook sneller vergroten door intensieve en matige trainingen af ​​te wisselen in intervallen van 4 minuten (extensieve intervaltraining).

Krachttraining

Een ander positief effect van krachttraining is dat het de ontwikkeling van lymfoedeem in de arm kan voorkomen. Patiënten bij wie bijvoorbeeld lymfeklieren in de okselstreek zijn verwijderd, zijn gevoelig voor dit type oedeem. Als er al sprake is van mild tot matig armlymfoedeem, vermindert training het gevoel van pijn en druk.

Draag na een lymfeklieroperatie of als u lymfoedeem heeft loszittende sportkleding die de aangetaste delen van het lichaam in de oksel of de lies niet afklemt. Als u een compressiekous heeft voorgeschreven, kunt u deze het beste dragen tijdens het trainen.

Patiënten met botinfarcten (osteonecrose), die kunnen optreden als gevolg van een kankerbehandeling, hebben ook baat bij oefeningen die de spieren rond de aangetaste gewrichten (vaak heupen of knieën) versterken. Lichte krachttraining kan worden aangevuld met duursporten die de gewrichten ontlasten, zoals wateraerobics, fietsen en trainen op de fietsergometer.

Trainingstips

Bescherm verse chirurgische littekens tegen de zon, hitte, kou, druk of schurende kleding. Behandel de littekens met zalven of oliën. Fysiotherapeuten kunnen ook littekens mobiliseren om genezing te bevorderen.

Rekoefeningen

Oefeningen voor kracht en uithoudingsvermogen moeten worden aangevuld met rekoefeningen, omdat ze de mobiliteit vergroten. Rekoefeningen moeten langzaam en gecontroleerd worden uitgevoerd. Vermijd schokkerige bewegingen, zodat u geen spier verrekt.

Coördinatie/sensomotorische training

Na een korte warming-up zijn coördinatieoefeningen nuttig vóór duur- en krachtoefeningen. Voer deze langzaam en gecontroleerd uit. Vooral oudere patiënten hebben hier baat bij, omdat coördinatietraining het evenwichtsgevoel verbetert en daardoor vallen kan voorkomen.

Perifere polyneuropathie kan nauwelijks worden behandeld, maar kan wel worden verlicht door sensomotorische training. De training is het meest effectief als deze twee tot zes keer per week gedurende zes tot dertig minuten per keer en gedurende minimaal vier weken wordt uitgevoerd.

Bekkenbodemtraining

Als gevolg van bekkenoperaties (bijvoorbeeld bij prostaat-, blaas- of endeldarmkanker) kunnen de sluitingsmechanismen van de blaas, anus of bekkenbodem en in sommige gevallen zenuwen beschadigd raken. De gevolgen zijn urine- of fecale incontinentie. Systematische bekkenbodemtraining is zeer effectief bij het herstellen van de continentie. Fysiotherapeuten trainen samen met u de bekkenbodem, houden bij hun oefeningen rekening met littekens op de buikwand en bevorderen met bepaalde oefeningen ook uw algemene fitheid.

Yoga

De meeste gegevens over yoga en kanker zijn verzameld bij borstkankerpatiënten. Volgens verschillende onderzoeken verhoogde yoga de levenskwaliteit van de getroffenen, zowel tijdens als na de kankerbehandeling, en verminderde de symptomen van vermoeidheid. Yoga verbetert ook de slaap, cognitie, lymfoedeem en vitaliteit bij kankerpatiënten.

Waar u rekening mee moet houden

Als je fysieke beperkingen hebt, kan het zijn dat je yogahulpmiddelen nodig hebt, zoals dekens, rollers, riemen en blokken. Als u botmetastasen of een hersentumor heeft, moeten sommige oefeningen dienovereenkomstig worden aangepast.

Je kunt yoga het beste beoefenen met een yogaleraar met een aanvullende opleiding in oncologische sporten.

Qi Gong

Net als yoga versterkt de Chinese vorm van meditatie, concentratie en beweging Qi Gong lichaam en geest. Kracht, flexibiliteit, coördinatie en concentratie worden getraind. Tegelijkertijd spelen het reguleren van de ademhaling, bemiddeling en ontspanning een beslissende rol. Dit alles samen helpt kankerpatiënten hun levenskwaliteit te verbeteren, spanningen te verminderen en de bijwerkingen van de therapie te verlichten.

Dansen

Welke sport is mogelijk niet geschikt voor kanker?

Kankerpatiënten moeten individueel met hun arts beslissen welk type oefening voor hen geschikt is en met welke intensiteit. Sommige sporten zijn voor sommige patiënten niet geschikt.

Geen duursport bij onbedoeld gewichtsverlies

Patiënten die onbedoeld veel zijn afgevallen of veel gewicht verliezen (tumorcachexie) mogen geen duurtraining doen. In plaats daarvan moeten ze zelf blijven proberen het dagelijks leven aan te kunnen en regelmatig korte perioden actief zijn met een lage intensiteit. Bovendien hebben deze patiënten individueel aangepaste krachttraining nodig onder begeleiding van specialisten (bijvoorbeeld met een fitnessband of hun eigen gewicht) om het verlies aan spiermassa tegen te gaan.

Wees voorzichtig bij het zwemmen tijdens radiotherapie

Zwemmen is in principe een duursport die de gewrichten ontlast en ook geschikt is voor kankerpatiënten. Patiënten die radiotherapie ondergaan, mogen echter niet in chloor- of zoutwater zwemmen.

Niet fietsen na een operatie aan het kleine bekken

Gymnastiek en vechtsport ongunstig voor mensen met een stoma

Gymnastiek is niet geschikt voor mensen met een kunstmatige darmuitgang (stoma). Vooral trainen op horizontale en evenwijdige staven wordt niet aanbevolen. Vechtsporten moeten ook worden vermeden.

Geen vechtsporten en balsporten bij lymfoedeem

Patiënten met lymfoedeem in de armen of benen moeten vechtsporten vermijden.

Patiënten met een risico op lymfoedeem of reeds ontwikkeld lymfoedeem mogen geen te krachtige of schokkerige bewegingen maken. Dit kan lymfoedeem veroorzaken of bestaand lymfoedeem verergeren. Balsporten zoals tennis of voetbal zijn daarom minder geschikt.

Competitieve en extreme sporten zijn niet aan te raden

Intensieve training kan helpen om snel weer uithoudingsvermogen en kracht op te bouwen. Zeer hoge intensiteiten, zoals competitieve of extreme sporten, worden echter niet aanbevolen voor kankerpatiënten tijdens en kort na de behandeling. Dit komt omdat ze het immuunsysteem tijdelijk belasten, waardoor de kans op infectie toeneemt.

Spelen en sporten met kinderen met kanker

Sport verbetert niet alleen de conditie en het mentale welzijn van volwassen kankerpatiënten; ook kinderen lijken er baat bij te hebben. Een deel van de jonge patiënten is ondanks hun kanker vrolijk en wil graag sporten en spelen met leeftijdsgenoten. Er zijn echter ook kinderen met kanker die onzeker zijn, zich in zichzelf terugtrekken en lange tijd inactief blijven – bijvoorbeeld omdat hun lichaam is veranderd als gevolg van operaties (mogelijk zelfs amputatie). Daarnaast hebben veel kinderen – net als volwassenen – last van chronische uitputting (vermoeidheid) of evenwichtsproblemen als gevolg van kanker. Ze kunnen daardoor geen gezonde kinderen bijhouden en worden buitengesloten of tegengehouden.

Het is daarom belangrijk om kinderen met kanker zo vroeg mogelijk te motiveren om regelmatig te bewegen en te sporten. Dit kan hun conditie op de lange termijn verbeteren en de kans op late effecten verkleinen.