Behandeling | Vette stoel

Behandeling

De behandeling is sterk afhankelijk van de uitlokkende oorzaak. De vette ontlasting zelf kan niet worden behandeld, maar de onderliggende ziekte moet therapeutisch worden behandeld. Als pancreasinsufficiëntie is de oorzaak van de symptomen, tabletten met de spijsvertering enzymen dat de alvleesklier niet meer voldoende kan produceren bij de maaltijd.

Als deze tabletten regelmatig worden ingenomen, verdwijnen de symptomen meestal volledig. Als een gebrek aan gal zuren zijn de oorzaak van de symptomen, de oorzaak van het galzuurgebrek moet worden gevonden. Als de oorzaak een galsteen is, moet deze worden verwijderd.

Als er een tumor is, hangt de therapie af van het type tumor, waar deze zich bevindt en hoe geavanceerd deze is. Als De ziekte van Crohn is de oorzaak van de gal zuurgebrek, een verandering in dieet moet gemaakt zijn. Als coeliakie aanwezig is, de dieet moet worden veranderd in een volledig glutenvrij dieet.

Dit vereist veel geduld en discipline, maar als het dieet strikt wordt nageleefd, verdwijnen de symptomen meestal (bijna) volledig. De duur van vette ontlasting hangt grotendeels af van de oorzaak en behandeling van het probleem. Als een galsteen de oorzaak is, kan deze in sommige gevallen spontaan oplossen en verdwijnen, maar in de meeste gevallen is behandeling noodzakelijk. Behandeling is meestal ook nodig voor de andere genoemde oorzaken, totdat de symptomen verdwijnen.

Anatomie

Chronische ontsteking van de alvleesklier is de meest voorkomende oorzaak van vette ontlasting. De alvleesklier wordt een klier genoemd omdat het verschillende stoffen produceert. Het endocriene deel van de klier produceert insuline, een hormoon voor het gebruik van suiker.

Het exocriene deel produceert spijsvertering enzymen​ Bij chronische ontstekingen kan de alvleesklier in de loop van de jaren langzaam zijn functie verliezen, de zogenaamde pancreasinsufficiëntie​ Als het exocriene deel is aangetast, onvoldoende spijsvertering enzymen zijn geproduceerd.

Deze enzymen omvatten lipase, wat nodig is voor de vertering van vet. Als er een tekort is aan lipasekunnen de voedingsvetten niet meer voldoende worden afgebroken en opgenomen in de bloedbaan, zodat ze via de ontlasting moeten worden uitgescheiden. Dikke ontlasting is het resultaat.

Gal zuren zijn essentieel voor de vertering van vet. Ze hebben een vettig en een waterhoudend deel en kunnen de gespleten voedingsvetten emulgeren, dwz omsluiten. Op deze manier kunnen de vetten vervolgens in de bloedbaan terechtkomen. Een tekort aan galzuren leidt dus tot een verminderde opname van vetten, de vetten komen niet meer voldoende in de bloedbaan maar worden met de ontlasting uitgescheiden.

Een tekort aan galzuren treedt bijvoorbeeld op in de context van een galstasis zoals bij kan optreden galstenen of een tumor van de galwegen. Een tekort aan galzuren kan ook optreden bij De ziekte van Crohn.