Mariadistel: gezondheidsvoordelen, medicinaal gebruik, bijwerkingen

Melkdistel komt oorspronkelijk uit Zuid-Europa, Noord-Afrika, Zuid-Rusland en West-Azië; de plant is genaturaliseerd in Noord- en Zuid-Amerika, Midden-Europa en Zuid-Australië. Het medicinaal gebruikte materiaal is uitsluitend afkomstig van teelten, voornamelijk in Argentinië, China, Roemenië, Hongarije, enkele mediterrane landen en Noord-Duitsland.

Mariadistel in de kruidengeneeskunde.

In kruidengeneeskunde, de rijpe vruchten van mariadistel (Silybi mariani fructus) worden gebruikt. Minder gebruikelijk zijn de bovengrondse delen van de plant (mariadistel kruid, Cardui mariae herba) worden gebruikt, maar hun werkzaamheid is niet bewezen, en therapeutisch gebruik wordt daarom niet aanbevolen.

Mariadistel: typische kenmerken

Melk distel is een 2-jarige, 60-150 cm hoge, distelachtige plant met grote bladeren met stekelige uiteinden. De bladeren zijn donkergroen, maar hebben karakteristieke witte vlekken langs de bladnerven.

De plant heeft roodpaarse bloemhoofdjes van ongeveer 6 cm hoog en bestaat alleen uit smalle buisvormige bloemen omgeven door sterke, uitstekende stekels.

Mariadistelvrucht als medicijn.

De vruchten zijn bruinzwart en ongeveer 6 mm lang. Melk distelvruchten zijn schuin eivormig, ongeveer 6 mm groot, en hebben een glanzende, bruinzwarte vrucht huid​ Aan de bovenkant zit een uitstekende, gelige kraal.

Geur en smaak

De geur van melk distelvrucht is erg zwak en nauwelijks merkbaar. De zaden van de vrucht smaak olieachtig, en het fruit huid heeft een bittere smaak.