Scintigrafie

Scintigrafie is een beeldvormingsprocedure die een doorslaggevende rol speelt bij nucleair medische diagnostiek. Om een ​​beeld te maken, een zogenaamd scintigram, krijgt de patiënt radioactief gemarkeerde stoffen toegediend. Deze stoffen zenden straling uit en kunnen vervolgens met een gammacamera in het betreffende orgaan of weefsel worden gedetecteerd.

Met behulp van een radioactieve stof kunnen weefsels of organen gericht worden onderzocht. Hiervoor wordt de patiënt geïnjecteerd met radioactief materiaal. De patiënt kan direct worden geïnjecteerd of oraal worden toegediend als tabletten.

Afhankelijk van welk weefsel of orgaan moet worden onderzocht, zijn verschillende materialen geschikt. Zo zijn er stoffen die zich bijzonder goed ophopen in botweefsel. Deze stof, die specifiek is voor één weefsel, wordt een tracer genoemd.

Er is bijvoorbeeld een radioactief jodium deeltje voor het onderzoek van de schildklier of 99mTc-iminodiazijnzuur voor het onderzoek van de hepatobiliaire functie (dwz functionele efficiëntie of lever waaronder galblaas). In het geval van bot is dit meestal technetiumisotoop 99mTc. Deze isotoop zet zich af in het bot en blijft daar.

Vanaf het bot zendt het deeltje nu gammastraling uit. Deze gammastraling kan met een camera worden gedetecteerd. Een afbeelding in kleur verschijnt op de computer.

Hoe vaker het deeltje zogenaamde lichtflitsen uitzendt, dwz gammastraling, des te zwarter wordt het gebied in het beeld. In een kleurenbeeld staat de kleur blauw voor een lage activiteit van de radioactieve deeltjes in het weefsel, terwijl rood betekent dat de radioactieve deeltjes zeer actief zijn. Zo kunnen de radioactief gemarkeerde deeltjes worden gebruikt om erachter te komen hoe actief het weefsel op dit moment is.

Als gebieden van de schildklier blauw oplichten in een scintigram, kunt u er zeker van zijn dat dit deel van de schildklier om de een of andere reden niet meer goed actief is. Tegelijkertijd duidt de rode kleur op een brandpunt van ontsteking. Als er een ontsteking optreedt in een orgaan, is de stofwisseling veel intensiever. Dit leidt tot verhoogde bloed bloedsomloop en activiteit wordt verhoogd. Dit is heel duidelijk te zien op het scintigram en zo kan een nauwkeurige diagnose worden gesteld.