Scintigrafie van de nier | Scintigrafie

Scintigrafie van de nier

Er zijn ook twee verschillende soorten scintigrafie van de nieren:

  • Statische renale scinitgrafie wordt gebruikt om het functionele te visualiseren nier zakdoek. Technetium DMSA (dimercaptobarnsteenzuur) wordt meestal als radioactieve stof bij dit onderzoek gebruikt. Het hoopt zich overal op waar het leeft nier weefsel is aanwezig.

    Hierdoor kan bijvoorbeeld een atypische positie of vorm van de twee nieren worden gedetecteerd. Na een ontsteking kan ook worden gecontroleerd of de nier beschadigd.

  • De dynamiek scintigrafie vertegenwoordigt de nierfunctie. Hiervoor wordt vaak het radioactieve technetium MAG3 (mercaptoacetyltriglycerol) gebruikt.

    Ten eerste wordt de stof via een arm door het nierweefsel opgenomen ader ongeveer 20 minuten na de injectie. De nieren scheiden het vervolgens uit in de urine. De radioactieve stof komt vervolgens met de urine de urinewegen binnen en verzamelt zich in de blaas.

    Tijdens deze processen worden stralingsmetingen gedaan met de gammacamera. Op basis van de verkregen gegevens kan een zijdelings gescheiden grafische weergave van de rechter en linker nier worden gemaakt. Dit zogenaamde nefrogram kan worden gebruikt om te beoordelen of er sprake is van een normale nierfunctie of eventuele beperkingen. De functie van de twee nieren kan ook worden vergeleken.

Scintigrafie voor ontsteking

Als er een ontsteking in het weefsel is, leidt dit tot verhoogde metabolische activiteit in het aangetaste lichaamsgebied. Deze verhoogde activiteit kan worden gevisualiseerd met een scintigrafie. Deze methode is daarom geschikt om ontstekingshaarden te vinden.

Om deze reden skeletachtig scintigrafie wordt gebruikt reumatiek, bijvoorbeeld om een ​​ontsteking in te detecteren of uit te sluiten gewrichten. Bij een andere methode worden ontstekingscellen specifiek radioactief gemarkeerd en worden ontstekingshaarden zichtbaar gemaakt met de gammacamera. Bij deze methode, bekend als leukocytenscintigrafie, bloed wordt eerst van de patiënt afgenomen en een radioactieve stof wordt aan de witte bloedcellen (leukocyten). Deze gemarkeerde cellen worden vervolgens teruggestuurd naar het lichaam en verspreiden zich met de bloed en hopen zich op in ontstoken weefsel. Ze worden zichtbaar gemaakt met de gammacamera en zo worden ontstekingen gedetecteerd.