Diagnose | Hartritmestoornissen door stress

Diagnose

Een hartritmestoornis is doorgaans te herkennen aan een veranderde polsslag hart- Met snelheidsmeting kan al worden onderscheiden of het hart te langzaam, te snel of onregelmatig klopt. Om erachter te komen of stress de trigger is voor de hartritmestoornissen, een nauwkeurig overzicht van de patiënt medische geschiedenis wordt eerst uitgevoerd (anamnese). In deze context worden ingenomen medicijnen (bijv. Schildklier hormonen) en bekend hart- ziekten en een beoordeling van het stressniveau zijn bijzonder belangrijk.

Als een hartritmestoornissen vanwege stress wordt vermoed, wordt een elektrocardiografie (ECG) uitgevoerd. Onder bepaalde omstandigheden wordt verder onderzoek gedaan, aangezien de diagnose dat de hartritmestoornis wordt veroorzaakt door stress pas kan worden gesteld als organische oorzaken zijn uitgesloten. Hartritmestoornissen in een liggende positie kunnen in principe twee oorzaken hebben.

In het ene geval is het een echte oorzaak, in het tweede geval eerder een verhoogde perceptie. Hartritmestoornissen worden over het algemeen veel sterker waargenomen door de getroffen persoon als hij of zij zich erop concentreert. Als hij nu gaat liggen en zijn lichaam tot rust laat komen, worden de verstoringen veel eerder en veel duidelijker waargenomen dan op momenten van fysieke activiteit.

In het tweede geval is de omstandigheid gebaseerd op zogenaamde lichaamsanomalieën. Door te gaan liggen, zorgen de getroffen personen voor stimulatie van de gangmaker centra van de hart-. Deze omstandigheid is echter een absolute zeldzaamheid en daarom nogal onwaarschijnlijk.

Therapie met medicatie

De behandeling van hartritmestoornissen is afhankelijk van de oorzakelijke factoren. Als de onderliggende ziekte stress is, zijn er verschillende medicamenteuze behandelmethoden. Er kan bijvoorbeeld stress zijn ontstaan hoge bloeddruk, die kunnen worden behandeld met antihypertensiva.

Bepaalde andere ziekten kunnen ook stress bevorderen en moeten worden behandeld. Als er bijvoorbeeld een schildklier disfunctie leidt de therapie van deze ziekte meestal ook tot het verdwijnen van de hartritmestoornissen. De keuze van geschikte medicatie hangt af van het type hartritmestoornissen.

Verschillende medicijnen beïnvloeden de ionenkanalen in het hart en daarmee het hartritme (bijv. Bètablokkers, natrium kanaalblokkers). Medicijnen die voorkomen bloed stolling kan ook worden overwogen. diazepam is een medicijn dat behoort tot de groep van zogenaamde benzodiazepines.

Het wordt voorgeschreven als slaappil of kalmerend middel en heeft een hoog risico op verslaving als het gedurende lange tijd wordt ingenomen. Een bekende bijwerking van het medicijn is de zogenaamde QT-tijdverlenging. In het ECG wordt de afstand die de excitatie van de hartkamers vertegenwoordigt, verlengd in vergelijking met de normale waarde. Deze omstandigheid brengt het risico met zich mee van een hernieuwde prikkeling van de hartspier, die echter niet afkomstig is van de sinusknoop - de feitelijke klokgenerator van het hart. Hoe langer de QT-tijd, hoe groter het risico op extrasystolen.