Zacht weefsel: structuur, functie en ziekten

Zachte weefsels omvatten alle zachte weefsels behalve epitheel, interne organen, en gliaweefsel. Dus vetweefsel, spierweefsel en bindweefsel zijn opgenomen in zachte weefsels.

Wat is zacht weefsel?

Zacht weefsel verwijst naar een verzameling gedifferentieerde cellen inclusief hun extracellulaire matrix. Zachte weefsels zijn meestal samengesteld uit collageen, elastine en een gemalen substantie. Door deze speciale make-up kunnen zachte weefsels gemakkelijk vervormen en vervolgens terugkeren naar hun oorspronkelijke vorm. Zachte weefsels zijn ook visco-elastisch. Met andere woorden, ze hebben zowel een elastisch als viskeus materiaalgedrag. Ze zijn ook onsamendrukbaar. Dit betekent dat ze hun volume zelfs bij constante druk. Ze kunnen dus niet worden gecomprimeerd. Een andere eigenschap van zachte weefsels is anisotropie. Zachte weefsels worden in veel delen van het lichaam aangetroffen. Bijvoorbeeld spierweefsel, bindweefsel, en vetweefsel zijn allemaal zachte weefsels.

Anatomie en structuur

Vetweefsel wordt gevormd uit adipocyten. Dit zijn vrij grote cellen waarvan het cellichaam is gevuld met een dikke druppel lipide. Adipocyten worden daarom ook wel univacuolaire vetcellen genoemd. De celkern wordt door de dikke vacuole van vet naar de rand geduwd. Celorganellen of celvloeistof zijn niet zichtbaar door de vetvulling van de cel. De vetvacuole is vrij aanwezig in de celvloeistof. De individuele adipocyten zijn opgenomen in een vezelige scaffold en omgeven door een basale lamina en reticulaire vezels. Deze vezels houden de vetcellen in vorm, zelfs als er kracht op wordt uitgeoefend. Er kan onderscheid worden gemaakt tussen geel en wit vet. Spierweefsel is verdeeld in skeletspieren, hartspieren en gladde spieren. Skeletspier bestaat uit meerdere spiervezel bundels, die op hun beurt weer bestaan ​​uit individuele spiervezels. De individuele spiervezels kunnen wel 15 centimeter lang zijn. Ze zijn ingekapseld bindweefsel genaamd fascia. De individuele skeletspier in zijn geheel is ook omgeven door bindweefsel. Van hieruit strekken septa zich uit tot in het inwendige van de spier. Elk spiervezel bestaat uit duizenden myofibrillen. Deze passeren het spiervezel en zijn op hun beurt weer opgebouwd uit kleinere eenheden die myofilamenten worden genoemd. De myofilamenten zijn gerangschikt in sarcomeren. Vanwege deze opstelling lijkt de skeletspier onder de microscoop gestreept. Het wordt daarom ook wel dwarsgestreepte spier genoemd. Gladde spieren kunnen worden onderscheiden van dwarsgestreepte spieren. In tegenstelling tot dwarsgestreepte spieren is er geen regelmatige rangschikking van myofibrillen in gladde spieren. Gladde spieren worden voornamelijk gevormd uit actine- en myosinefilamenten. Hartspier wordt gevormd door een speciaal type spier. Het is een dwarsgestreepte spier die niet bewust kan worden gecontroleerd. De term bindweefsel omvat verschillende soorten weefsels, die allemaal relatief weinig cellen bevatten. Aan de andere kant bevat bindweefsel des te meer interstitiële celsubstantie. In de intercellulaire substantie zijn verschillende vezels ingebed. Het grootste deel bestaat uit collagenen. Deze vormen een dicht netwerk. De ruimte tussen de collageenvezels wordt gevuld door proteoglycanen.

Functie en taken

De taken en functies van zacht weefsel variëren naargelang het type weefsel. Gladde spieren zorgen voor de beweging van organen. Het is bijvoorbeeld een belangrijk onderdeel van de spijsvertering of ademhaling​ Gladde spieren werken langzaam en aanhoudend en functioneren volledig onafhankelijk van de menselijke wil. De gestreept spierstelsel kan vrijwillig worden beïnvloed. Het vormt meer dan 400 verschillende skeletspieren. Deze maken verschillende bewegingen mogelijk. Vaak zijn er meerdere spieren betrokken bij een bewegingssequentie. De skeletspieren werken snel, maar worden gemakkelijker moe. De hart- spieren hebben een speciale positie. Hoewel het gestreept is, kan het niet vrijwillig worden beïnvloed. De hartmusculatuur zorgt voor de samentrekking van de hart- en dus het uitwerpen van bloed in de circulatie​ Het maakt dus de levering van bloed aan het lichaam. Vet weefsel kan verschillende taken uitvoeren. In de vetlichamen dient het bouwvet als opvulling voor de organen en fungeert het tevens als een verschuivende laag. Opslagvet dient om energie uit voedsel op te slaan. Terwijl wit en geel vetweefsel het opslagvet vormt, wordt bruin vetweefsel gebruikt voor warmteontwikkeling. Bindweefsel kan ook verschillende functies vervullen. Afhankelijk van het voorkomen, beschermt en omringt het organen, fungeert het net als een glijdende en verplaatsende laag vetweefsel, of dient als een geleidende structuur voor paden. Het is ook betrokken bij de productie en opslag van verschillende stoffen. Het dient verder als een ondersteunende structuur voor het lichaam.

Ziekten

Afhankelijk van het zachte weefsel kunnen er verschillende ziektes optreden. De term collagenosen omvat ziekten waarbij de immuunsysteem is gericht tegen het eigen bindweefsel van het lichaam. Collagenosen omvatten bijvoorbeeld Syndroom van Sjogren, sclerodermie, systemisch lupus erythematosus en polymyositis​ Het optreden van collagenosen varieert van ziekte tot ziekte. Bijvoorbeeld, Syndroom van Sjogren is merkbaar door droge ogen, droog mond, en verminderde tranenvloed. In sclerodermieaan de andere kant verhardt het bindweefsel, wat resulteert in nabootsing van stijfheid in het gezichtsgebied en een verkleining van de mond opening. Een vrij frequente ziekte van de vetweefsel is lipoedeem​ Bij deze ziekte hoopt zich vetweefsel op aan de zijkanten van de dijen en heupen. De bovenarmen, onderbenen en nek kan ook worden beïnvloed door de atypische, symmetrische ophoping van vet. De zwellingen gaan gepaard met pijn, tederheid en neiging tot hematoom. Lipoedeem treft bijna uitsluitend vrouwen.